omroep flevoland

Hoe kan Lelystad bezuinigen op de jeugdhulp, zonder de kwaliteit van die zorg aan te tasten? Dat is de puzzel die wethouder Nelly den Os van de gemeente Lelystad moet zien op te lossen. En daar heeft ze niet heel veel zin in: "Ik ben liever die wethouder met een dikke portemonnee die alles makkelijk kan betalen", zegt Den Os. "Maar dat is niet zo."

Lelystad moet de komende jaren tussen de drie en de vier miljoen euro bezuinigen op de jeugdzorg. Dat is ongeveer 10 procent van het totale budget. Wethouder Nelly den Os wil daarom alles tegen het licht houden om te zien waar geld gevonden kan worden. "We moeten kijken waar we processen beter kunnen organiseren. Misschien kan het beter, efficiënter. Wellicht kunnen we dan al winst behalen zonder dat we aan de zorg zelf hoeven te tornen."

Het tekort heeft meerdere oorzaken. Zo neemt het aantal Lelystadse kinderen dat dure hulp nodig heeft toe, terwijl de gemeente van het Rijk steeds minder geld krijgt. Volgend jaar gaat het om 2,4 miljoen minder dan dit jaar.

Minder geld van het Rijk
"We hebben gewoon veel minder geld gekregen van het Rijk in de afgelopen jaren. Dat wordt niet beter, dus dat betekent dat we echt maatregelen moeten nemen om alle kinderen te kunnen helpen die echt hulp nodig hebben", zegt Den Os. Het college hoopt geld te vinden door de toegang tot de Jeugdzorg te beperken en waar mogelijk de duur van de zorg te verkorten.

"We moeten heel goed en heel kritisch kijken welke kinderen de meeste en de meest intensieve hulp nodig hebben en welke kinderen ook gebaat kunnen zijn bij andere hulp". Volgens Den Os is het niet zo dat een kind per definitie beter geholpen is met de zwaarste hulp. "Misschien kan het ook met informele zorg waar mensen ongelooflijk blij van worden. Als dat werkt en het is ook nog eens goedkoper, dan is dat een win-winsituatie."

Diverse partijen in de raad vragen zich af of de jeugdhulp nog wel kan voor het geld dat het Rijk er voor geeft. Sommige raadsleden denken dat het tijd wordt om met de gemeente naar Den Haag te gaan. "Ik denk ook dat dat moment er steeds meer aan komt", zegt Nelly den Os. "Uiteindelijk moeten de gemeenten kunnen zeggen dat ze deze opdracht niet meer kunnen uitvoeren als daar geen geld tegenover staat."