omroep flevoland

Voor een gewelddadige 'ripdeal' op een 27-jarige Almeerder is woensdag tien jaar celstraf geëist tegen drie verdachten uit Rotterdam, Maassluis en België. De officier van justitie acht de mannen schuldig aan poging tot doodslag met als doel het slachtoffer van wiet te kunnen beroven.

De Almeerder werd in juni 2019 in een parkeergarage in Amsterdam-Oost beroofd door drie gewapende mannen, waaronder de man met wie hij daar een afspraak had over de verkoop van wiet. Nadat het slachtoffer met een machinepistool in zijn arm was geschoten, ging het drietal ervandoor met zeven kilo hennep uit de auto van het slachtoffer.

Schot verbrijzelde botten in arm
Tijdens de rechtszaak bleek dat de Almeerder nog steeds psychisch en lichamelijk last heeft van de gewelddadige beroving. Door het schot liep hij meerdere gebroken en verbrijzelde botten in zijn arm op. Hij kan de arm nog steeds niet goed gebruiken. De man wil onder meer 15.000 euro smartengeld van de drie verdachten.

Zij ontkennen elke betrokkenheid, maar de officier van justitie achtte het tegendeel bewezen op basis van afgeluisterde gesprekken voor en na een uitzending van het televisieprogramma Opsporing Verzocht over het schietincident. Ook herkende de Almeerder de 39-jarige verdachte uit België op een politiefoto als de man waarmee hij de afspraak had.

De 30-jarige Rotterdammer gaf in de rechtszaal wel toe dat hij in de buurt van de parkeergarage in een auto had zitten wachten, maar hij wilde niet zeggen waarom hij daar was en met wie. "Ik heb niemand beroofd, niemand beschoten. Verder wil ik niks zeggen", aldus de man. Een afgeluisterd gesprek waarin de man over de beroving lijkt te spreken, was volgens hem niet meer dan "gewoon stoer doen tegenover een meisje."

'Drietal opereerde als groep'
Voor de officier van justitie maakte het niet uit wie van de drie mannen het schot had gelost omdat ze volgens hem als een groep hadden geopereerd. Ook hadden ze volgens het slachtoffer alle drie een vuurwapen bij zich. "Ze hebben bewust de kans aanvaard dat er zou worden geschoten met mogelijk dodelijk gevolg", aldus de aanklager.

De advocaten vroegen om vrijspraak. Ze zetten vraagtekens bij de betrouwbaarheid van het slachtoffer en diens verklaringen en herkenningen. Hun cliënten voldeden niet aan de opgegeven signalementen. Uit verklaringen van de Almeerder maakten de advocaten verder op dat er eigenlijk onbedoeld was geschoten.

De rechtbank in Amsterdam doet over twee weken uitspraak.