omroep flevoland

De zes Flevolandse gemeenten en het Samenwerkingsverband Jeugdhulp hebben een akkoord bereikt over hoe ze tot en met 2022 omgaan met de extra kosten voor de jeugdhulp met verblijf. Daarmee komt er een eind aan een conflict dat in vorig jaar ontstond.

Het Samenwerkingsverband dreigde toen met een opnamestop, omdat de gemeenten niet met extra geld over de brug wilden komen voor de zorg voor jongeren die om verschillende redenen niet thuis kunnen wonen. Dat extra geld komt er nu alsnog. Bij de jeugdhulp met verblijf leven kinderen en jongeren dag en nacht buiten hun eigen huis. Het verblijf kan variëren van enkele dagen tot maanden.

Het Samenwerkingsverband voor Jeugdhulp bestaat uit zorgorganisaties 's Heeren Loo, Pluryn en Vitree. Met die drie organisaties is afgesproken dat zij een vast bedrag van 35 miljoen euro per jaar krijgen om de 24-uurs opvang en crisisopvang van jongeren met problemen te verzorgen. Met het toegezegde bedrag van 35 miljoen euro kwam het samenwerkingsverband in 2019 niet uit. Er ontstond ruzie, omdat de hulporganisaties om 3,5 miljoen euro extra vroegen, vanwege onvoorziene kosten. De gemeenten weigerden het bedrag over te maken, omdat de aanvraag volgens hen onvoldoende was onderbouwd.

De opnamestop ging uiteindelijk van tafel en Flevolandse bestuurders gingen onder leiding van een bemiddelaar het gesprek aan met het Samenwerkingsverband. Ook werd een adviesbureau in de arm genomen. Dat moest kijken of de partijen terecht om extra geld hadden gevraagd. Het adviesbureau kwam tot de conclusie dat de gemeenten te streng zijn geweest.

Dat betekent in ieder geval voor de gemeente Almere dat er de komende jaren rekening gehouden moet worden met extra kosten voor jeugdzorg in de stad. De gemeente houdt rekening met een tegenvaller van 1,5 miljoen tot twee miljoen euro. "Wij zijn blij dat we tot een oplossing gekomen zijn, echter baart het ons wel zorgen dat we wederom extra geld moeten investeren in de jeugdzorg", schrijft de gemeente Almere in een brief aan de gemeenteraad.

Hoeveel geld de andere Flevolandse gemeenten extra moeten gaan bijleggen, is nog niet bekend.