omroep flevoland

Wetgeving moet problemen met dieren voorkomen, niet extra opvang bij de stichting AAP in Almere. Dat zegt David van Gennep van de stichting AAP, ooit opgericht als afkorting van Apen Adoptie en Protectie. Daar begon hij in 1981 als vrijwilliger. Sinds 1995 is hij directeur.

Liefde voor dieren zat er al vroeg in bij hem. Op school zei een leraar, toen David weer afdwaalde met z'n gedachten: "Misschien moet jij maar zeehonden gaan tellen op Rottumerplaat". Van Gennep: "Ik keek altijd naar buiten. Op zoek naar een vogeltje of eekhoorn. Dat boeide me meer dan de lessen. In mijn jeugd had ik mijn eigen opvangcentrumpje voor vogels."

Opvang
Bij AAP begon hij met het opvangen van uitheemse diersoorten. Die komen bijvoorbeeld bij particulieren vandaan. Als klein dier worden ze in huis gehaald. Dat begint altijd schattig, maar als de dieren volwassen gedrag beginnen te vertonen, is de lol er snel af. Als directeur zet Van Gennep zich in voor betere wetgeving, zodat het verboden is om bepaalde dieren te bezitten. Het einde van de opvang is nog niet in zicht, maar het wordt wel minder. "Daarin zijn we heel succesvol geweest de afgelopen jaren. Ook op Europees niveau."

Het bepleiten van betere wetten kost zoveel tijd, dat Van Gennep soms nauwelijks nog bij de dieren komt. "Dat is soms best lastig, zeker in coronatijd, waarin ik veel zit te vergaderen achter een schermpje. Vorige week was ik bij AAP. Dan zien de dieren mij en ik zie de dieren. Dat is mooi. Want juist voor dat contact met de dieren ben ik dit werk begonnen."

Wasbeer
De laatste weken is de wasbeer volop in het nieuws, een beest dat oorspronkelijk niet in Europa voorkomt. De exemplaren die onlangs in het nieuws waren, zijn als huisdier ontsnapt. In Gelderland zijn er laatst nog twee afgeschoten. Van Gennep: "Daar word ik boos van. Zo zijn de dieren de dupe. Ik pleit voor een nette manier om dit op te lossen, bijvoorbeeld door de voortplanting te remmen. Dat is beter dan ze af te maken."

Van Gennep voorspelt dat er nieuwe invasieve exoten opduiken die moeilijk te vangen zijn, onder meer omdat ze stressgevoelig zijn. Hij noemt als voorbeelden de wasbeerhond en de Noord-Amerikaanse nerts. Dat is niet op te lossen met extra opvang. "Dat gaan we ook niet doen," zegt Van Gennep.'' Dat staat ook in in het jaarverslag. "Nu kunnen we één van de acht aangemelde dieren opvangen. Die andere zeven gaan dood of naar de volgende particulier. Nog verder uitbreiden van de capaciteit maakt ons nóg bekender en trekt nog meer dieren aan. De oplossing is: met wetgeving de problemen voorkomen. Dat is niet zo sexy als het redden van een dier, maar op lange termijn is het beter." Er zijn ook successen: het aantal berberapen vanuit Noord-Afrika loopt dankzij betere regelgeving terug.

Van Gennep is nu 60 jaar. Blijft hij nog zeven jaar bij AAP? "Ik blijf in ieder geval nog zeven jaar werken. Of dat bij AAP is, bekijk ik per jaar. Nu zijn we blij met elkaar".