omroep flevoland

Het risico om door piepkleine vloeistofdruppels een coronabesmetting op te lopen in de cabine van een vliegtuig is relatief laag. Tot die conclusie komen het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) in Marknesse en het RIVM. Het risico om door zogenoemde aerosolen besmet te raken in het vliegtuig is kleiner dan in ongeventileerde ruimtes van dezelfde omvang 'op de grond'.

De onderzoekers zijn daarbij uitgegaan van alle maatregelen die momenteel voor vliegreizen gelden. Het testen voor de vlucht en het dragen van mondneusmaskers tijdens de vlucht zijn daarmee ingecalculeerd. Desondanks schatten de onderzoekers dat er één besmetting plaats kan vinden tussen de 2 en 44 kruisvluchten. Wanneer er een superuitscheider aan boord is (iemand die 300 keer meer virusdeeltjes uitstoot dan gemiddeld, red.), dan wordt er tussen de 1 en 9 vluchten een besmetting verwacht.

Het risico wordt kleiner des te verder iemand van een besmettelijke persoon af zit. Verder dan drie rijen rondom deze persoon is er geen risico door besmetting via aerosolen. De kans op het oplopen van het coronavirus groeit naarmate de vlucht langer duurt. Het risico wordt kleiner door het correct gebruiken van een mondneusmasker.

Onderzoek met 'besmette poppen'
Het NLR en RIVM onderzochten in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wat de risico's zijn om door een medepassagier besmet te worden. De onderzoekers hebben zich daarbij alleen gericht op aerosolen. Besmettingsrisico's door direct contact of door het aanraken van besmette oppervlakten zijn niet onderzocht.

Om de verspreiding te testen is er onderzoek gedaan in drie vliegtuigtypes. Poppen bootsten daarbij menselijke passagiers na. Daarbij werd het uitstoten van speeksel gesimuleerd op één 'besmette pop' en kregen de andere poppen sensoren opgeplakt. Die konden meten of er vloeistofdruppeltjes van de besmette persoon werden 'ingeademd'.