omroep flevoland

Meerdere boeren in Noordoostpolder zijn niet van plan om vanwege de stikstofproblemen hun bedrijf op te geven. Ze zien weinig in de zogenoemde keukentafelgesprekken met de provincie. Die wil de boeren juist bewegen om mee te werken aan een oplossing van de problematiek. Dinsdagavond kwamen ruim 150 boeren af op een bijeenkomst over de stikstofproblematiek in het dorpshuis van Luttelgeest.

Eind maart kondigde gedeputeerde Harold Hofstra aan dat de provincie Flevoland met zo'n zeventig boeren om de tafel wil om de vermindering van het aantal bedrijven te bespreken. Dit omdat verschillende boerenbedrijven in de Noordoostpolder te veel stikstof uitstoten en daardoor schade veroorzaken aan de natuur in Nationaal Park Weerribben-Wieden, net over de grens in Overijssel.

Dat was aanleiding voor een aantal boeren om zelf een bijeenkomst over stikstof te beleggen. De avond begon met een spreekbeurt van onderzoeksjournalist Geesje Rotgers, die in opdracht van Stichting AgriFacts werkt. Deze organisatie doet, naar eigen zeggen onafhankelijk, onderzoek naar onder andere de gevolgen van de uitstoot van stikstof door boeren. Haar conclusie is dat de boerenbedrijven in de Noordoostpolder geen bedreiging vormen voor het natuurgebied Weerribben-Wieden. Veel aanwezige boeren willen dan ook allesbehalve stoppen met hun bedrijf of het verplaatsen.

Een boer uit Marknesse die een akkerbouwbedrijf combineert met een kippenhouderij vertelt: "Ik verwacht eerlijk gezegd niet veel van de keukentafelgesprekken met de provincie." Volgens hem worden de agrariërs als vervuilers van de Weerribben en Wieden neergezet. "En dat blijkt na de spreekbeurt van vanavond niet waar te zijn. Misschien moet er iets gebeuren maar ik sta niet open voor het opheffen van mijn bedrijf, absoluut niet."

Een akkerbouwer en pluimveehouder uit Creil verwacht ook weinig van de gesprekken met de provincie. "Ik heb het idee dat de boeren het zelf maar een beetje moeten bedenken wat ze kunnen en mogen doen. Ik denk dat je zo uiteindelijk buiten de boot valt omdat er geen aansturing vanuit de overheid is en er geen toekomstperspectief is."

Volgens Vaandrager moeten de boeren zich dan ook goed laten ondersteunen door juristen en voorlichters en moet alles goed genotuleerd worden tijdens de gesprekken met de provincie. "Elke boer heeft een andere positie en moet zijn eigen beslissing nemen."