omroep flevoland

De provincie Flevoland heeft dit jaar zeven meldingen binnengekregen over discriminatie, uitsluiting of grensoverschrijdend gedrag binnen de organisatie. Dat meldt het college van Gedeputeerde Staten. Zes fracties stelden hier schriftelijke vragen over.

De inhoud van de meldingen is in de beantwoording niet omschreven. Wel wordt gezegd dat het gaat om "zowel interne meldingen als meldingen over gedrag van externen richting onze medewerkers."

Objectiviteit en competenties
Er wordt benadrukt dat er wordt gewerkt met een beleid dat er op gericht is om discriminatie, uitsluiting of grensoverschrijdend gedrag te voorkomen. Als het gaat om werving en selectie zegt het college 'instrumenten' in te zetten om dit zo objectief mogelijk te laten verlopen. Er wordt gekeken naar de competenties van sollicitanten en medewerkers.

Ook wordt in de beantwoording van de vragen nog gemeld dat de provincie open staat voor iedereen, ongeacht een afstand tot de arbeidsmarkt. Daarbij wordt gewezen op de quotumnorm die hiervoor geldt in de 'wet banenafspraak' en dat Flevoland, met twee andere provincies, de enige is die deze norm heeft gehaald.

Het college haalt ook de tevredenheidsonderzoeken aan die in de laatste jaren zijn gehouden onder de medewerkers van de ambtelijke organisatie. De uitkomsten daarvan worden in de beantwoording van de vragen niet gedeeld, maar er wordt wel aangegeven dat de informatie die deze onderzoeken opleveren wordt geanalyseerd en dat dit leidt tot een plan van aanpak.

Verontrustende signalen
Statenfractie GroenLinks stelde onder aanvoering van fractielid Hicham Ismaili Alaoui, met vijf oppositiefracties, kritische vragen aan het college. Ze baseerden zich op verontrustende signalen die ze hadden gekregen over discriminatie en ongewenste omgangsvormen bij sollicitatieprocedures binnen het ambtelijk apparaat van de provincie. Ismaili Alaoui zei dat zich meerdere mensen bij hen hadden gemeld.

Opvallend was dat fractieleider Corina Straatsma van GroenLinks later afstand nam van de beschuldigingen over een angstcultuur en discriminatie bij de provincie. Ze distantieerde zich van de suggestieve toonzetting van de vragen aan Gedeputeerde Staten en van de aantijgingen in de media waarin de naam van GroenLinks werd gebruikt.