omroep flevoland

Drie agrariërs in Noordoostpolder hebben een deel van hun stikstofruimte aan de provincie verkocht, waardoor die voor collega-boeren is vrijgekomen. Dat meldt de provincie. Het geld komt van Provinciale Staten. Uiteindelijk wordt verwacht dat het Rijk de aankoop van de stikstofrechten terugbetaalt.

De drie ondernemers in Noordoostpolder hebben zich vrijwillig gemeld, zegt de provincie. De vrijgekomen ruimte komt bovenop de stikstofrechten van een boerderij in Bant waar een aanmeldcentrum van het COA had moeten komen. De drie boeren verkleinen hun veestapel of stappen over op een ander type bedrijf. Als dat is gebeurd, worden de vergunningen ingetrokken. Door de vrijgekomen stikstofrechten worden zogenoemde PAS-melders geholpen. Dat zijn agrarische bedrijven die zonder natuurvergunning zijn komen te zitten zonder dat het hun schuld was. De overheid heeft deze groep beloofd dat ze gelegaliseerd worden. Het gaat in onze provincie om zo'n 150 bedrijven, schat gedeputeerde Gebke van Gaal.

Gesprekken Noordoostpolder gaan verder
De provincie onder leiding van gedeputeerde Harold Hofstra praat ondertussen verder met veehouders in het oostelijke deel van Noordoostpolder. Deze gesprekken lopen sinds maart vorig jaar. In het gebied tussen het Kuinder- en Voorsterbos moet de stikstof in 2030 met minimaal de helft zijn afgenomen. Dat komt door de nabijheid van Natura2000-gebieden De Weerribben en De Wieden in Overijssel. Veehouders hebben meerdere scenario's voor zichzelf aangegeven, van groei tot verplaatsing en stoppen met vee. Ook wordt gedacht aan een andere erfinrichting, een andere samenstelling van het voer en een combinatie van veeteelt en akkerbouw.

Tot nu toe is met 60 procent van de veehouders in het gebied gesproken. Ook is gepraat met meerdere akkerbouwers. Zij moeten de hoeveelheid stikstof ook terugbrengen, maar voor hen geldt een reductie van 20 procent. Deze gesprekken gaan goed, zegt de provincie. De plannen om stikstof te verlagen in Flevoland worden op 1 juli ingediend bij het Rijk. Ze worden onderdeel van het zogenoemde 'Provinciaal Programma Landelijk Gebied'.