Minder hokjesdenken nodig bij hulp aan verwarde mensen

FLEVOLAND • Do 19 september 2019 | 12:10 • Donderdag 19 september 2019 | 12:10

De hulp aan mensen met verwardheid in Flevoland kan beter. Dat concludeert Marjolein Poels van onderzoeksbureau Care2Research in een rapport over politiemeldingen rond verwarde mensen.

Hulpverleners moeten bijvoorbeeld minder 'hokjesdenken' als ze cliënten behandelen. Ook kan de bereikbaarheid van hulpverleners na kantoortijd beter.

Aanleiding voor het onderzoek is het grote aantal meldingen dat de politie jaarlijks krijgt van verwarde mensen. In 2018 waren dat er in Flevoland bijna 2.500, iets minder dan in 2017, maar bijna 700 meer dan in 2016. In de meeste gevallen staat de politie bij de verwarde persoon op de stoep, omdat buren overlast hebben gemeld. De GGD wilde weten wat de achtergronden hiervan zijn.

Het rapport is in opdracht van de GGD Flevoland opgesteld in samenwerking met veertien hulpinstanties en overheden.

Geen etiket
Volgens Poels is er niet één etiket te plakken op een verward persoon. Wel is het merendeel een man rond de 40 jaar oud, en heeft de cliënt vaak een achtergrond als gedetineerde. Tegelijk zijn de problemen heel verschillend: cliënten hebben bijvoorbeeld een psychiatrische stoornis, zijn verslaafd, dakloos of hebben grote financiële problemen.

De verwardheid uit zich ook op diverse manieren. Iemand kan psychotisch zijn, een ander ligt in een hoekje op straat, maar het kan ook gaan om een verdwaalde persoon met dementie. Ook valt op dat een relatief kleine groep van 69 mensen verantwoordelijk is voor ruim een derde van alle overlastmeldingen. De politie kan niet altijd iets uitrichten, want agenten hebben geen achtergrond als hulpverlener.

Verwarde personen eerder helpen
Poels constateert dat driekwart van de verwarde mensen over wie meldingen worden gedaan al bij hulpinstanties bekend is. Dat toont aan dat zorg geen garantie biedt voor een oplossing van hun problemen, want de zorg is altijd vrijwillig.

De onderzoeker ziet hier mogelijkheden voor verbeteringen. Als hulp eerder beschikbaar is, zou dat kunnen leiden tot minder meldingen bij de politie. "Het naar beneden krijgen van het aantal meldingen moet niet het doel op zich zijn. Dat doel moet zijn om mensen de juiste zorg te bieden. Het probleem is vaak dat er niet één duidelijke behandelaar is. De hulpverleners moeten creatiever denken om tot een goede oplossing te komen voor die groep", stelt Marjolein Poels.

Minder verkokerde aanpak nodig
Dat vraagt om een minder verkokerde aanpak door hulpverleners, maar Poels constateert dat de huidige werkwijze in stand wordt gehouden door de manier waarop de zorg is gefinancierd. Zij hoopt dat haar aanbevelingen instanties aanzet om hierin veranderingen aan te brengen. "Wat heel erg zou helpen is als er in Flevoland meer 'out of the box'-oplossingen mogelijk zijn en er geld beschikbaar is om tijdelijk tot andere oplossingen te komen, om daarna de reguliere zorg in te kunnen zetten".

Poels pleit ook voor een 'lijst verwarde personen'. "Ik denk dat je hiermee vooral preventief kunt werken. Op het moment dat je die groep veel helderder in beeld hebt en een specifiek team hebt dat die groep in de gaten houdt, dan kun jij voorkomen dat er eerst een politiemelding moet plaatsvinden voordat bekend is waar die persoon is en wat er aan de hand is".

Het rapport is aangeboden aan alle Flevolandse colleges van burgemeester en wethouders en betrokken organisaties en zal vrijwel zeker ook in alle gemeenteraden worden besproken.

WhatsApp ons!
Heb jij een tip of verbetering? Stuur de redactie van Omroep Flevoland een bericht op 0320 28 5050 of stuur een mail: rtv@omroepflevoland.nl!

Deel artikel