"Het gaat goed met de ringslang in Flevoland"

LELYSTAD • Di 15 juni 2021 | 23:37 • Dinsdag 15 juni 2021 | 23:37

Het gaat goed met de ringslang in Flevoland. Dat zegt Jeroen Reinholt van Landschapsbeheer Flevoland. Het ging een tijdje slecht met het dier maar de inheemse slang werkt hard aan een comeback. En dat is te merken.

Bij een zoektocht naar de ringslang aan de rand van de Oostvaardersplassen heeft Reinholt er al snel één te pakken. "Dit is de tijd dat ze hun eieren willen gaan leggen en dan heb ik een goede kans om er eentje tegen te komen. Maar in andere jaargetijden lukt me dat niet zo makkelijk hoor, dan zie ik ze ook niet."

De ringslang legt graag eieren in broeihopen. Dat zijn hopen van grassen en takken. Omdat het binnen in zo'n baal gaat broeien, blijven de eieren van de slang op temperatuur. In het gebied worden broeihopen gemaakt om de slang een goede kans te geven.

Ringslangen zijn ongevaarlijk. De slang die Reinholt spot, lag lekker te zonnen bij de sluis aan Lage Vaart. Slangen zijn koudbloedig dus ze hebben de warmte van de zon nodig om op temperatuur te komen en te blijven. "Je ziet ze niet maar ze zijn er wel. Meer dan je denkt", zegt Reinholt.

De landschapsbeheerder weet niet hoe de ringslang in het gebied terecht is gekomen. "We zetten wel eens dieren uit, zoals de otter, maar dat hebben we met de ringslang niet gedaan." De gedachte is dat iemand anders dat wél heeft gedaan. Reinholt noemt het een mooi toeval. "Die ringslang is een inheemse soort. En die gedijt heel goed in een gebied juist als de Oostvaardersplassen. Het staat hier vol met met grassen en er zijn watertjes. Daar horen ze thuis."

Jonge slangetjes zijn maar twintig centimer lang
Even verderop aan de zuidoostelijke zijde van de Oostvaardersplassen toont Reinholt een broeihoop. Een aantal ringslangen gaat er vandoor. "Ze schrikken niet zozeer van onze stemmen maar ringslangen houden niet van beweging, dan gaan ze weg." Uit de broeihoop steken her en der takken. "Dat hebben we zo gedaan omdat die ringslang niet zelf kan graven." De slangen kunnen via die takken de broeihoop in op zoek naar een goed plekje voor de eieren. "Als de slangetjes uitkomen, dan zijn ze ongeveer 20 centimeter lang. Ze kunnen zich niet verweren, dus die jonge slangetjes zijn een smakelijk maaltje voor meerdere vogelsoorten." Reinholt denkt dat er van de 20 eieren, één slang volwassen wordt.

"Het gebied waar we staan, is jarenlang zo ongeveer de enige plek geweest waar de ringslang voorkwam", zegt Reinholt. Maar die tijd is geweest. De slang wordt al gezien aan de randen van Almere en Lelystad. De ringslang wordt meegeteld in het 'soortenjaar'. Landschapsbeheer Flevoland telt dit jaar alle planten- en diersoorten in het jongste nationale park van het Nederland: Nationaal Park Nieuw Land. Ze hopen 2021 soorten te tellen. "De teller staat nu op 1816 soorten. De ringslang staat er in als enige reptiel."

Dat de populatie ringslangen in het gebied groeit, weet Reinholt door ze te tellen. Hij telt niet de slangen zelf. Maar hij telt de eierschalen die in de broeihopen achterblijven. "We hebben wel vierduizend eieren in de broeihopen gehad. We weten dat een vrouwtje 20 eieren legt. Dus dat zijn 200 vrouwtjes. Laten we daarbij dan ook maar 200 mannetjes doen. Dat betekent dat er zo'n vierhonderd slangen om ons heen kruipen. En dan denk ik wel; wow! Die zie ik nooit.''

WhatsApp ons!
Heb jij een tip of verbetering? Stuur de redactie van Omroep Flevoland een bericht op 0320 28 5050 of stuur een mail: rtv@omroepflevoland.nl!

Deel artikel