#todb Hierom splijt de Knardijk de Flevopolder in tweeën 

FLEVOLAND • Za 7 augustus 2021 | 9:37 • Zaterdag 7 augustus 2021 | 9:37

Dwars door Flevoland loopt een hele lange dijk. De Knardijk begint bij Harderwijk en loopt tot het werkeiland bij Lelystad. Maar waarom ligt er een dijk overdwars in de polder? In dit artikel leggen we uit waarom de Knardijk belangrijk was voor Flevoland.

Kijk hier naar de uitzending van Tot op de Bodem:

De Knardijk was de eerste zichtbare reep land tijdens de inpoldering van Oostelijk Flevoland. De aanleg van de dijk begon rond 1950. Die aanleg werd gefinancierd via het Marshallplan, het Amerikaanse programma voor wederopbouw van het door de Tweede Wereldoorlog getroffen Europa. De plannen voor Oostelijk- en Zuidelijk Flevoland lagen klaar en er werd een werkeiland aangelegd op de plek waar Lelystad moest komen.

Door de dijk ontstond er een weg van Harderwijk naar het werkeiland. De aanleg lag in 1953 even stil vanwege de watersnoodramp in Zeeland. Een deel van het materieel werd tijdelijk ingezet voor herstelwerkzaamheden op Schouwen-Duiveland. De Knardijk was voltooid op 28 oktober 1954, drie jaar voordat Oostelijk Flevoland droogviel.

Aanleg van Oostelijk Flevoland in 1956.

Geen asfalt maar klinkers
Toen de Knardijk klaar was, begon de aanleg van een klinkerweg over de dijk. Mensen die werkten en woonden op het werkeiland Lelystad konden zo gemakkelijker uit hun isolement komen. Er werd expres gekozen voor klinkers, omdat de dijk net aangelegd was en zich nog zou gaan zetten. Daardoor kon de dijk nog wel 30 tot 40 centimeter zakken. Asfalt zou meteen kapot springen. Met klinkers was het gemakkelijker om de dijk te herstellen. In die tijd reed er een bus over de dijk van Harderwijk naar het werkeiland. Deze busreizen worden door verschillende mensen als 'legendarisch' beschouwd.

Als kind gebruikte Bob Flobbe de bus wel eens. Zijn vader werkte op een schip dat een veerdienst onderhield tussen het werkeiland en Lelystad. Hij groeide op op het werkeiland. Hij zegt hierover:

September 1958 ga ik met de bus naar de ULO in Harderwijk. Via de Knardijk, een half uur rijden zonder tussenhaltes. 's Morgens om 7.40 uur vertrekt de bus met eigenlijk alleen schoolkinderen voor de ULO en de ambacht/huishoudschool. Op zaterdag gaat er wel wat winkelpubliek mee. De bus rijdt circa vier keer per dag. Maar firma Van Manen heeft niet het nieuwste materiaal ingezet op de klinkerweg van Knardijk. Regelmatig rammelt er een raam los of wat anders. Of doet de kachel het niet bij -10 graden. Soms stopt de bus er helemaal mee. Dan moeten we lopen, of hopen dat er een auto langskomt die aan de andere kant kan bellen dat de bus panne heeft.

Omrijden vanwege sluizen
Van 1956 tot 1968 beschermde de dijk Oostelijk Flevoland. Vanaf 1968 was het niet meer mogelijk om over de dijk te rijden met de auto. Toen werden er twee sluizen geplaatst in de lijn van de dijk, de hoge- en de lage Knarsluis. Daarom werd de Larserweg aangelegd zodat men vanuit Harderwijk alsnog in Lelystad kon komen.

In 1968 viel ook Zuidelijk Flevoland droog. Hierdoor verviel de dijkfunctie van de Knardijk, aangezien er aan beide kanten land lag. Daarmee werd de dijk een zogenoemde 'slaperdijk’. Mocht de buitendijk rondom Flevoland onverhoopt doorbreken, dan biedt de Knardijk bescherming.

De Knardijk, gezien vanaf de Biezenburcht in Zeewolde.

Waar komt de naam Knar vandaan?
Toen Flevoland nog niet bestond was er op de plek waar nu de Knardijk ligt, een ondiepte in de Zuiderzee. Een strook van achttien kilometer lang en acht kilometer breed. Deze ondiepte werd de Knar genoemd. Schepen konden hier vastlopen met alle gevolgen van dien. Vrachtschepen voeren daarom om de Knar heen. Voor vissersschepen was het een ideale plek om vis en kreeftachtigen te vangen. Het was namelijk een belangrijk paaigebied voor garnalen.

Vanaf de jaren '70 wordt natuur steeds belangrijker in Flevoland. Zo wordt het Knarbos (1970) aangelegd op slechte landbouwgrond. Ook het Hollandse Hout (1971) en het Harderbroek (1973) verrijzen op plekken die niet geschikt zijn voor landbouw. In de jaren '90 wordt het gebied verder ingevuld met de Biezenburcht, het Beverbos en het landschapskunstwerk Tong van Lucifer.

Wist je dat...
...de Knardijk een eigen haven had? De Knarhaven. Deze werd gebruikt om goederen gemakkelijker naar de dijk te krijgen, dat scheelde met de aanleg. In 1956 werd Oostelijk Flevoland drooggelegd en zo kwam er ook een einde aan de Knarhaven. De contouren van de haven zijn nog steeds te zien in het landschap.

De contouren van de Knarhaven. Beeld: Google Maps.

Wat is de toekomst van de Knardijk?
Tot 2016 moest de dijk aan bepaalde veiligheidsnormen voldoen. De provincie heeft destijds besloten dat die normen kwamen te vervallen. Daardoor heeft de dijk bij een eventuele overstroming alleen een vertragende werking voor het droge deel van de Flevopolder.

Sinds de Knardijk eigenlijk geen functie meer heeft, wordt bekeken hoe de dijk kan opgaan in het landschap. Zo wordt een deel gebruikt als fietsroute. De rit is te fietsen met een speciale audiotour, waarbij geluisterd kan worden naar de legende van de Barneman. Barneman was een gevreesde watergeest die de schippers van de Zuiderzee de stuipen op het lijf joeg als er slecht weer op komst was.

Daarnaast wordt een deel van de dijk verpacht aan boeren, die er schapen laten grazen zodat er meer biodiversiteit ontstaat. Waterschap Zuiderzeeland experimenteert bij de Biezenburcht met verschillende opstellingen van zonnepanelen. Ter hoogte van de Kitsweg komt een speciale glijbaan, die de Oostvaardersplassen met het Hollandse Hout moet verbinden. De Knardijk moet in de toekomst de gastvrije groene loper van Flevoland worden.

Nog niet uitgekeken? Kijk hier de aflevering over Zeewolde terug:

WhatsApp ons!
Heb jij een tip of verbetering? Stuur de redactie van Omroep Flevoland een bericht op 0320 28 5050 of stuur een mail: rtv@omroepflevoland.nl!

Deel artikel