Taxichauffeur Ashraf (21) zou ritjes hebben gedaan voor helpdeskfraude: OM eist celstraf

LELYSTAD • Wo 21 februari 2024 | 21:40 • Woensdag 21 februari 2024 | 21:40

Het Openbaar Ministerie eist een celstraf van 210 dagen, waarvan 55 voorwaardelijk tegen de 21-jarige Ashraf A. uit Amsterdam. Het OM verdenkt hem van oplichting van in elk geval twee mensen, onder wie een 75-jarige Lelystedeling. A. zou betrokken zijn geweest bij een babbeltruc om de ouderen geld afhandig te maken door zich voor te doen als bankmedewerker.

Met de auto, die hij huurde om taxiritjes mee te rijden, werden bankpassen en pincodes bij slachtoffers thuis opgehaald. Het verhaal dat werd opgehangen over de ophaalservice? De bankrekeningen van de slachtoffers zouden gevaar lopen. A. zei woensdag in de rechtbank dat hij alleen de taxichauffeur was en dat had hij er geen weet van dat hij werd ingezet voor helpdeskfraude. Zoals hij ritjes voor Uber rijdt, zo deed hij ook wel eens snorderritjes.

Ophaalcode
Zo reed hij op 27 juli naar het Zeeuwse Bruinisse en op 31 juli naar Lelystad. Hij zou voor beide ritjes via Snapchat zijn benaderd door een jongen van 15 jaar oud. "Ik was de taxichauffeur die hem van A naar B reed, meer niet." Volgens de 15-jarige medeverdachte steekt het verhaal echter heel anders in elkaar. De tiener verklaarde namelijk tegenover de politie dat A. wist waar ze naartoe moesten rijden en dat hij hem de instructies gaf, zoals een ophaalcode die hij aan de deur moest zeggen.

Het duo liep op 31 juli tegen de lamp, toen de 15-jarige jongen aanbelde bij een 75-jarige man met een deurbelcamera. Zijn schoonzoon, die op zijn telefoon kon zien en horen wat zich voor de voordeur afspeelde, vertrouwde het niet en belde 112.

Zwijgrecht
De Amsterdamse verdachte zat van 1 augustus tot 3 januari in voorarrest en beriep zich al die tijd op zijn zwijgrecht. Ook tijdens de zitting woensdag wilde hij zijn kant van het verhaal niet vertellen, anders dan dat het verhaal van zijn medeverdachte niet klopt en dat hij er niets mee te maken heeft. De officier van justitie vindt echter dat er voldoende bewijs ligt dat A.’s betrokkenheid groter is dan dat hij enkel zijn werk als taxichauffeur deed.

De verklaring van de medeverdachte vindt ze geloofwaardig. De jongen werd kort nadat hij op 31 juli op de vlucht sloeg in zijn kraag gegrepen en verhoord. Toen vertelde hij dat hij werd ingezet voor deze klusjes, maar dat hij maar 'een kleine jongen' was in het geheel. Ook vertelde hij dat hij een paar dagen eerder eenzelfde ritje had gemaakt naar Zeeland. "Als hij dat niet had verteld, hadden we dat feit niet aan deze verdachte kunnen koppelen. Hij belast zichzelf daarmee. Waarom zou hij dat doen?", hield ze de verdachte voor.

Laag en verwerpelijk
Het is vrijwel zeker dat de mannen het trucje nog vaker hebben uitgevoerd. In A.’s auto werden in het dashboardkastje nog meer pinpasjes gevonden en ook op de telefoon van A. werd een foto van een bankpas gevonden. "Er zijn twee slachtoffers van 71 en 75 jaar opgelicht. Kwetsbare mensen. Het is laag, het is verwerpelijk."

De openbaar aanklager eiste een celstraf van 210 dagen, waarvan 55 dagen voorwaardelijk. A. zat 155 dagen in voorarrest. Mocht de rechtbank vonnissen conform de eis, dan hoeft A. niet terug de cel in, maar hangt hem wel een straf boven het hoofd.

De rechtbank doet uitspraak op woensdag 6 maart.

WhatsApp ons!
Heb jij een tip of verbetering? Stuur de redactie van Omroep Flevoland een bericht op 0320 28 5050 of stuur een mail: rtv@omroepflevoland.nl!

Deel artikel