omroep flevoland

Ze hadden een 'toxische' relatie, de 39-jarige Z.B. en 18-jarige A.W. uit Lelystad. Zo toxisch, dat B. op 13 maart zijn vriendin mishandelde en daar door de politie voor wordt gearresteerd. De burgemeester legde hem daarna een huisverbod op van tien dagen. Nu wil B. graag terug naar zijn huurwoning, maar W. weigert te vertrekken. Daarom schakelde hij de rechter in.

De Lelystedeling huurt namelijk al sinds 1 september 2022 de woning van Centrada. Het is ook zijn naam die op het huurcontract staat. Hij vindt dan ook dat hij het meeste recht heeft om er te wonen, ondanks dat hij haar mishandelde. "Daar heb ik ook mijn excuses voor aangeboden, het spijt me echt heel erg."

Psychische problemen
W. kwam pas vorig jaar april bij hem wonen en meebetalen aan de huur. En volgens hem kon ze door financiële problemen, lang niet altijd die verplichting nakomen. Zij heeft hem betreft ook hulp nodig hebben bij haar psychische problemen. Ze zou kampen met "niet gediagnosticeerde problematiek en behoorlijke claim- en controledwang."

"De gemeente blijft op zijn billen zitten, zolang mevrouw gewoon een woonplek heeft. Dan gebeurt er niks. Maar er moet nu eindelijk eens hulpverlening voor haar op gang komen", zei de advocaat van B. donderdag in de rechtszaal.

Geweldsexplosie
Kortom, W. moet vertrekken, was de inzet van de rechtszaak. Maar de rechter zei nog helemaal niets te voelen voor een ontruiming. De jonge Lelystedelinge kan namelijk nergens anders terecht en de geweldsexplosie van B. zat hem dwars.

"Mevrouw is misschien geen partij in het contract met Centrada, maar ze had wel een soort overeenkomst met meneer. En die heeft zich binnen die overeenkomst niet goed gedragen door huiselijk geweld te gebruiken", zei hij.

'Omgekeerde wereld'
De advocaat van W. vond het ook "de omgekeerde wereld" als haar cliënte nu zou moeten vertrekken. "Ja, juridisch zit ze in een lastig parket. Ze staat niet op het huurcontract en woonde er nog niet zo lang. Maar waarom moet zij opeens weg omdat hij gewelddadig tegen haar was?"

De rechter concludeerde wel dat de vrouw uiteindelijk niet in het huis kan blijven wonen. Hij gunde haar alleen wat meer tijd voor de zoektocht naar wat anders. Beide partijen werden daarom de gang op gestuurd om toch nog samen tot een compromis te komen en dat lukte.

W. mag nog drie maanden in de woning blijven wonen tegen betaling van de huur. In die periode kan ze - hopelijk met een urgentieverklaring - op zoek naar een nieuwe stek. Over drie maanden kan B. er dan weer intrekken.