Jeugdinstellingen en gemeente willen geschillen in vier weken uitpraten

LELYSTAD • Di 13 mei 2025 | 15:24 • Dinsdag 13 mei 2025 | 15:24

De gemeente Lelystad en drie organisaties op het gebied van jeugdbescherming gaan de komende vier weken om tafel om te proberen afspraken te maken over samenwerking. Ze volgen hiermee een oproep van de rechter, die dinsdag duidelijk maakte dat een uitspraak in een kort geding de verhoudingen tussen de partijen verder op scherp kan zetten.

Samen Veilig Midden-Nederland, de William Schrikker Stichting en Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering stonden dinsdag tegenover de gemeente bij de rechtbank in Lelystad. Ze stelden dat de gemeente Lelystad zich niet aan de Jeugdwet houdt en zich voortdurend bemoeit met welke zorg een kind of gezin nodig heeft, onder meer om kosten te besparen. De instellingen vinden dat ongewenst en wilden hierover een uitspraak van de rechter.

De jeugdinstellingen zijn het eens met de gemeente dat minder jeugdzorg wenselijk is. Maar de aanpak van Lelystad om hulp meer bij het sociale netwerk van gezinnen neer te leggen in plaats van bij zorgaanbieders werkt niet altijd volgens hen. Niet voor niets bestaat er een kinderbeschermingsmaatregel, die regelt welke jeugdhulp moet worden ingezet.

Negeren kinderrechter
Advocaat Brocklebank somde namens de instellingen een reeks voorbeelden op, waarbij de gemeente Lelystad uitspraken van de kinderrechter negeert en zelf bepaalt welke zorg toereikend is. Behandelingen worden niet verlengd, omdat de gemeente vindt dat ze te lang duren. Het aantal uren jeugdhulp wordt bekort tegen het advies van de jeugdexperts in.

"Het kan niet dat de chefkok voor biefstuk heeft gekozen, maar rookworst wordt ingekocht."

— Advocaat Visser, namens de zorgaanbieders

"De instellingen constateren dat de gemeente feitelijk de bevoegdheid overneemt om de noodzakelijke jeugdhulp te bepalen", aldus de advocaat. "De instellingen vragen niet om een blanco cheque. Maar de grens ligt wat de instellingen betreft daar waar kostenoverwegingen prevaleren boven het belang van het kind. (...) Zij laat in voorkomende gevallen het kind de rekening betalen."

Haar collega Visser vergeleek het verschil van inzicht tussen de instellingen en de gemeente Lelystad met een restaurant: "Het kan niet zo zijn dat de chefkok voor biefstuk heeft gekozen, maar de eigenaar zegt: 'We hebben rookworst ingekocht."

De instellingen merkten op dat bij de gemeente dikwijls een accountmanager jeugdzorg besluit over welke zorg wordt toegestaan, maar zij betwisten of die persoon wel voldoende kennis bezit over gedragswetenschappen om te kunnen oordelen.

Laatste woord
Advocaat Rijken bestreed namens de gemeente de aantijgingen van de drie instellingen en dat Lelystad de Jeugdwet overtreedt of onrechtmatig handelt. Volgens hem staat duidelijk in de wet dat instellingen "per casus" met de gemeente moeten overleggen over welke zorg nodig is. Zij kunnen alleen jeugdhulp inzetten die de gemeente heeft ingekocht en de gemeente heeft het recht om specifieke zorg te weigeren.

"Wat buiten elke discussie staat is dat de instellingen het laatste woord hebben, na inbreng door de gemeente," aldus de advocaat. Daarmee oogstte hij hoongelach in de zaal, die vol zat met directieleden en medewerkers van de jeugdzorginstellingen.

'Geen bezuiniging'
De Lelystadse wethouder Annemieke Messelink-Dijkstra benadrukte dat de gemeente kritische vragen moet kunnen stellen aan verwijzers en aanbieders of de hulp echt bijdraagt. "Wij kunnen het ons als gemeente met de huidige hoogte van de uitgaven niet meer permitteren om jeugdhulp te financieren die niet bijdraagt of die jeugdigen, ouders en gezinnen beschadigt."

Lelystad wil de jeugdzorg met een andere werkwijze anders en efficiënter aanpakken, maar dat is volgens Messelink geen bezuinigingsmaatregel. De instellingen betichtten de gemeente er van "blijkbaar de indruk te hebben dat zij door het anders te doen de problemen kan oplossen. Dat is geen realistische gedachte," aldus een advocaat namens de instanties.

Voorbeeld nemen aan Almere
Volgens wethouder Messelink is er een protocol vastgesteld met werkafspraken tussen de gemeente en de instellingen, maar weigeren die om er verder over te praten. In plaats daarvan zijn ze naar de rechter gestapt. De instellingen gaven aan dat er al drie jaar is overlegd over afspraken, maar dat Lelystad het steeds anders wil.

Volgens hen doet Almere het veel beter en bemoeit de gemeente zich in wekelijks overleg met de instellingen niet inhoudelijk met de zorg, tenzij het om zorg gaat die de gemeente niet heeft ingekocht. "Laten we een voorbeeld nemen aan Almere als good practice."

In de maag
Rechter Steenbergen zat wel een beetje met het kort geding in zijn maag. De kern van de zaak draaide volgens hem om de gebrekkige samenwerking tussen de instellingen en de gemeente. Een vonnis of boete zou de samenwerking verder onder druk zetten en de partijen dwingen tot overleg zou ook een zware wisselen trekken op de samenwerking.

Op zijn suggestie om er met overleg uit te komen, doken de gemeente en de directies van de drie instellingen een kamer in en kwamen na drie kwartier met een oplossing. De komende vier weken gaan zij verder praten over hoe ze hun samenwerking kunnen verbeteren en in een nieuw protocol kunnen vastleggen. Indien ze er op 10 juni niet uit zijn, komen ze terug bij de rechter.

Die sprak over een "heel verstandige uitslag en voornemen. Ik hoop dat u elkaar gaat begrijpen. Een rechtszaak is nooit goed voor de onderlinge band." Over individuele zaken wil de rechter zich indien nodig wel (schriftelijk) uitspreken.

Inmiddels is gebleken dat de termijn van vier weken niet voldoende was voor beide partijen. Daarom is de termijn verlengd tot 24 juni.

WhatsApp ons!
Heb jij een tip of verbetering? Stuur de redactie van Omroep Flevoland een bericht op 0320 28 5050 of stuur een mail: rtv@omroepflevoland.nl!

Deel artikel