Urk in WO1: 'Alcatraz van de Lage Landen'

URK • Vr 9 november 2018 | 9:54 • Vrijdag 9 november 2018 | 9:54

Het enige waar hij aan kan denken is ontsnappen. De Brit Thomas Rainey zit nu al weken vast op het 'Devils island', een eiland in de Zuiderzee. Hij is het meer dan zat. Zijn vaderland is in oorlog met Duitsland en de piloot wil vechten. Twee hoge hekken met prikkeldraad en een woeste Zuiderzee staan tussen Rainey en zijn vrijheid. Net als tientallen andere officieren zit hij gevangen op het eiland Urk.

In 1914 is de Eerste Wereldoorlog uitgebroken. Als een inktvlek verspreidt het oorlogsgeweld zich over verschillende Europese landen. Ten zuiden van Nederland woedt een gruwelijke loopgravenoorlog. De Nederlandse regering wil niet meegezogen worden in de bloedige strijd. Om die reden verklaart Nederland zich neutraal. Het land kiest geen partij. Toch gaat de oorlog niet zonder slag of stoot aan Nederland voorbij.

Hoewel Nederland neutraal is, komen buitenlandse militairen toch over de grens. Soms bewust omdat het een kortere route is en soms per ongeluk door verdwalen of pech. Iedere buitenlandse officier die op Nederlands grondgebied komt, wordt vastgezet. De militairen worden vastgehouden in interneringskampen. Terug laten gaan naar hun eigen land zou er voor zorgen dat de militairen weer mee gaan vechten en daardoor zou het neutrale Nederland toch meewerken aan het verloop van de oorlog.

Wat is interneren?
Interneren is het gevangen nemen van militairen. Als een militair uit een oorlogvoerend land in een neutraal land komt, wordt hij geïnterneerd. Als een militair uit een oorlogvoerend land bij de vijand komt, wordt hij krijgsgevangene gemaakt. Deze regels kwamen tot stand bij de tweede vredesconferentie in Den Haag in 1907. Slechts enkele jaren voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.



Rijen met kaarten, foto’s en mappen staan in rekken langs de muur van Het oude Raadhuis op Urk. Curator Klaas Luut Koffeman pakt een stapel mappen en legt ze op tafel. Koffeman werkt sinds jaar en dag bij het museum en kent elke foto, krant en tekst in het grote archief.

Aan de muur van het museum hangt een oude luchtfoto van Urk. Duidelijk zijn de vuurtoren, het oude dorp op de bult en het Kerkje aan Zee te herkennen, maar het rijtje huizen dat er nu staat in de buurt van het vissersmonument is niet op de foto te vinden. Dit deel van het eiland is nog een groot grasveld. In het midden staat een grote, lange, witte barak. Het is het interneringskamp Urk, een van de kampen voor buitenlandse officieren. Koffeman vertelt dat dit gebouw sinds het begin van de oorlog op het eiland staat. Een gevangenis op een eiland. Net als in Amerika waar voor de kust van San Francisco de gevangenis 'Alcatraz' op een eiland ligt en waar ontsnappen onmogelijk lijkt. Urk is het Alcatraz van de Lage Landen.


Het erewoord
Een geïnterneerde officier heeft meer vrijheden dan een krijgsgevangene. Een officier kan zijn erewoord geven in ruil voor meer vrijheden. Wie belooft om niet te ontsnappen, krijgt de mogelijkheid het kamp tijdelijk te verlaten. Om te gaan werken, de stad te verkennen of plezier te maken. In steden zoals Groningen, Amersfoort en Harderwijk worden veel van deze militairen vastgehouden. Niet alle officieren willen hun erewoord geven. Het militaire plichtsbesef om te strijden voor hun vaderland weegt vaak zwaarder dan enkele vrijheden in het kamp. Voor Nederland zijn deze fanatiekelingen een probleem. Wie niet wil tekenen, is een potentieel vluchtgevaarlijke officier en wordt daarom extra streng bewaakt. Om het ontsnappen te bemoeilijken, worden zij naar het meest afgelegen kamp gestuurd, kamp Urk. Aan alle kanten is er de Zuiderzee. Het dichtstbijzijnde vasteland is Kampen en ligt veertig kilometer verderop. Ontsnappen is onmogelijk en de buitenlandse militairen noemen Urk daarom 'Het Duivelseiland'.

Het kamp op Urk
Curator Koffeman van het plaatselijke museum bladert verder in een fotoboek met beelden van het kamp. Om het terrein met daarop de barak zijn twee hoge hekken geplaatst met prikkeldraad. In de uitkijktoren net buiten de hekken staan gewapende bewakers. Aan de kerktoren van het Kerkje aan de Zee is een hok getimmerd. Ook van hieruit worden de vluchtgevaarlijke militairen in de gaten gehouden. Er zijn geen halve maatregelen genomen om iedere poging om te vluchten van het eiland te voorkomen.

Ga je vluchten of niet?
Het is een warme herfstdag. De bladeren aan de bomen veranderen van kleur. In een klein idyllisch Engels dorpje ten noorden van Southampton wonen de Britse amateurhistoricus John Miles en zijn Nederlandse vrouw Petra. Op de keukentafel ligt een map met papieren, foto's en ansichtkaarten. Miles opent de map en begint te vertellen, half in het Engels, half in het Nederlands. Het echtpaar besloot om oude Nederlandse ansichtkaarten te sparen. Op een rommelmarkt vindt het stel twee ansichtkaarten, geadresseerd aan een en dezelfde man op Urk: Thomas Rainey, piloot bij de Engelse marine en geïnterneerd op het eiland Urk.

Miles pakt de map van de keukentafel. Hij haalt er een foto uit van Rainey. Een echte Britse gentleman, hij kijkt recht in de camera. Zijn pet staat wat scheef en in zijn mond heeft hij een pijp. Piloot Rainey vliegt geregeld vanuit Engeland naar het front in België om de Duitse linies in beeld te brengen. Tijdens een van die vluchten komt Rainey een vijandig vliegtuig tegen. Er ontstaat een luchtgevecht en een Duitse kogel raakt de brandstoftank. Het toestel kan niet meer terug en maakt noodgedwongen een landing in het neutrale Nederland. Rainey weet dat hij ook in Nederland niet veilig is en probeert te vluchten voor de Nederlandse agenten. Dat mislukt en Rainey moet zijn erewoord geven. "Ga je vluchten of ga je niet vluchten?" Zijn antwoord moet glashelder zijn geweest voor de agenten. Rainey gaat namelijk regelrecht naar het interneringskamp op Urk.

Ze kenden hem allen; hij stoeide op straat met de kinderen; naar de knappe Urker dochters wierp hij zijn ondeugendste knipoogjes, en met de statiger notabelen koeterwaalde hij zoowaar in eigen gefabriekte en uiters vrijmoedig voorgedragen mixed-pickels van Iersch en Nederlandsch. Als zijn lange, slanke pootige figuur door de straatjes stapte – en elke Urker soldaat moest dan beenen maken, om hem bij te houden.
Algemeen Handelsblad, 18 januari 1916

Vier kogels en de vrijheid is daar
Thomas Rainey is eigenlijk een Ier, maar woont al enige tijd in de buurt van Southampton, Engeland. De luchtvaartafdeling van de Engelse marine heeft daar een vliegbasis. Een volwaardige luchtmacht bestaat in die tijd nog niet. Rainey lijkt het ogenschijnlijk naar zijn zin te hebben op Urk, blijkt uit het krantenartikel uit 1916. Naast contact met de lokale bevolking is er ook contact met het thuisland. Rainey krijgt tijdens zijn gevangenschap meerdere ansichtkaarten van, opvallend genoeg, verschillende vrouwen. En juist die contacten per post met de buitenwereld bieden uitkomst om hulp in te roepen om te kunnen ontsnappen. Naast post ontvangen en versturen, mogen de geïnterneerden ook een ommetje maken op Urk. Onder begeleiding van de gewapende bewakers lopen ze dan over het eiland.

Het is ergens in mei 1915. Rainey trekt tijdens zijn wandeling zijn kleren uit. Hij springt over de kademuur en rent de Zuiderzee in. De bewakers zijn met stomheid geslagen. Ze proberen de zwemmende piloot nog te stoppen en schieten vier keer. Alle schoten zijn mis en de eerste succesvolle ontsnapping is een feit. Na enkele kilometers zwemmen komt Rainey bij een klaarliggende boot. Zijn zus wacht hem daar op en helpt bij de ontsnapping. Het schip koerst meteen naar het vasteland.


Urk is in rep en roer. De kerkklokken worden geluid en de kustgemeenten rond de Zuiderzee worden gebeld. Al fietsend patrouilleren de militairen over de dijken rond de Zuiderzee op zoek naar de gevluchte Ierse piloot in Britse dienst. En met succes. Rainey wordt gevonden in de buurt van Edam. Hij gaat linea recta met het eerste schip terug naar Urk. De overste-cipier op Urk is onder de indruk van de ontsnapping van Rainey en bij aankomst in het kamp volgt er geen straf, maar een nacht met 'kameraadschappelijk' gezelschap van de hoofdbewaker. Rainey is geroerd en schrijft een bedankbriefje.

My dear Colonel,

Forgive me for not writing you before: but I've been very tired and altogether not happy, having to return to Urk. I want to thank you most sincerely for all your kindness to me, during my enforced stay with you, when you could make it a very uncomfortable for me. I feel that very soon i'll go mad. It's such bad luck, being kept here when one has a duty to do so. I hope, Sir, you'll come and see me in London one day, if I survive this war. Thanking you so much for your kindness, believe me.
Sincerely yours,

T. ALFRED RAINEY
Brit. Flying Off. Royal Navy

Hoop doet leven
Urk is geschrokken, maar de mede-geïnterneerden zijn hoopvol. Ontsnappen uit deze 'Alcatraz' blijkt toch mogelijk. Nieuwe plannen worden bedacht om aan het toezicht van de Nederlanders te ontsnappen. Een groep officieren besluit om een tunnel te gaan graven. Dat vertelt Jerome Coutisson. Zijn grootvader, de Franse piloot Joseph Coutisson, is net als de Brit Rainey vastgezet op Urk.

"Het doel is om onder de twee hekken met prikkeldraad uit te komen", vertelt Jerome Coutisson. In zijn hand heeft hij een foto van zijn opa. Joseph Coutisson is een trotse Fransman, keurig in uniform. Een militair die wil strijden voor zijn vaderland en niet het verloop van de oorlog rustig wil afwachten op l'ile du diable.



In de buurt van de witte barak achter de twee rijen prikkeldraad staat het Kerkje aan Zee met de begraafplaats. Aan de rand van de begraafplaats is een klein lijkenhuisje geplaatst. Het plan van de gevangen officieren is om een tunnel te graven en bij dat lijkenhuisje uit te komen. Druk wordt er gegraven en centimeter voor centimeter komt de vrijheid dichterbij. Maar de Nederlandse bewakers komen achter het plan en de ontsnapping per tunnel mislukt. Jerome Coutisson heeft geen idee hoe de Nederlanders het plan hebben ontdekt. De derde poging van de Fransman is succesvol. Op de nationale feestdag van Frankrijk, 14 juli 1916, weet Coutisson ongezien het kamp te verlaten. Vol trots vertelt Jerome dat zijn opa zich heeft verstopt op een vrachtboot.

Vrijdagmorgen om 7 uur is hij per motorboot uit Urk ontsnapt. Zoodra zijn ontvluchting bekend werd, is van Urk uit naar alle kustplaatsen getelefoneerd. Uit de stelling Den Helder stoomden torpedo-vaartuigen uit om de motorboot op te sporen. Het garnizoen te Edam, waar de ontsnapte Engelsche vlieger Rainey in mei 1915 werd gevat, patrouilleerde op rijwielen langs de kust der Zuiderzee en het eiland Marken werden door troepen uit de stelling van Amsterdam bewaakt.
Algemeen Handelsblad, 15 juli 1916

Hoe de verdere vluchtpoging precies is gegaan, blijft onduidelijk. Joseph Coutisson weet het ministerie van Oorlog in Parijs te bereiken. Hij moet daarvoor twee keer langs het front zijn gegaan. Maar hoe blijft een raadsel. In de zomer van 1916 spreekt Joseph Coutisson in de Franse hoofdstad met een Nederlandse journalist van het Handelsblad.

"Vandaag heb ik een gelukkig mensch gesproken. Bij gemeenschappelijke vrienden ontmoette ik den jongen Franschen vlieger, die er in het midden van de vorige maand in geslaagd is de waakzaamheid van zijn Urksche wachters te verschalken en te ontsnappen uit zijn toch waarlijk niet onvoldoende getraliede kooi. Enkele dagen geleden is kapitein, Coutisson heelhuids aangekomen, waar zijn eerste gang natuurlijk was naar het ministerie van oorlog, om zich opnieuw ter beschikking te gaan stellen van zijn superieuren."
Algemeen Handelsblad, 17 augustus 1916

Jerome vertelt dat zijn opa in ieder geval hulp kreeg van een stel. De man is een Nederlander, de vrouw een Française. Jerome pakt een andere foto uit het mapje dat hij heeft meegenomen. Hij wijst zijn opa aan en de vrouw die hem uit Nederland hielp te ontsnappen. Die vrouw zou later de echtgenote worden van Joseph Coutisson en daarmee de oma van Jerome.

Rainey wil weg
De eerste ontsnappingspoging van Thomas Rainey liep uit op een fiasco en dus heeft de Brit een beter plan bedacht.



Rainey speelt dat hij krankzinnig is geworden. Op Urk weten de cipiers niet wat ze met hem aanmoeten. De Brit wordt naar een hospitaal gebracht in Amsterdam. Voor Rainey is dit het eerste deel van zijn plan dat lukt: hij is namelijk van het eiland af. In het Amsterdamse ziekenhuis verblijft hij kort. De Brit wordt overgebracht naar een interneringskamp bij Den Haag. Hij kan zijn geliefde Engeland bijna zien liggen en hij ruikt de vrijheid.

"I feel that very soon I'll go mad. It's such bad luck, being kept here when one has a duty to do so."

— Thomas A. Rainey, brief aan Nederlandse cipier

In het Haagse kamp wordt Rainey opnieuw gevraagd om zijn erewoord te geven. Hij verzet zich lange tijd tegen deze mogelijkheid. Toch vraagt hij voor het eerst wat het erewoord allemaal inhoudt.

Een Nederlandse ambtenaar legt hem de spelregels uit. Door het geven van het erewoord mag Rainey zonder bewakers het kamp verlaten. Zolang hij maar belooft later weer terug te keren naar het kamp. Voor de Britten is een standaardtekst genoeg. "I herewith promise that I will not escape." Vrij vertaald: Hierbij beloof ik om niet te ontsnappen.

De Brit pakt pen en papier en schrijft; "I herewith promise that I will escape." De Nederlandse beambte neemt het papier aan en laat de Brit naar buiten. Het feit dat Rainey het woordje 'not' niet opschrijft, ontgaat de Nederlanders. Rainey belooft dus juist te ontsnappen.


"I herewith promise that I will escape."

— Thomas Rainey,het ondertekende erewoord

Hoe Rainey precies is gevlucht, weet amateurhistoricus John Miles niet. Enkele dagen na de ontsnapping loopt hij als vrij man door Londen. Nederland voelt zich bedonderd en verzoekt de Britse regering om Rainey uit te leveren. Volgens Miles weigeren de Britten dat. De Nederlanders hadden Rainey maar beter in de gaten moeten houden, is de redenering. Het verhaal van Rainey is nog niet helemaal afgelopen, voegt de historicus toe. "De Britse piloot is zijn vrienden op Urk niet vergeten. Hij stuurt hen vanuit Engeland een telegram met daarin twee woorden 'All right'"

Vrede
Honderd jaar geleden, op 11 november 1918, eindigt de Eerste Wereldoorlog. Het kamp op Urk komt leeg te staan. Een paar jaar later wordt de barak afgebroken. Het lege grasveld tussen de vuurtoren en het Kerkje aan Zee wordt bij het dorp getrokken. Aan weerszijden verrijzen rijtjeshuizen in de Schoolstraat en niets herinnert meer aan de vele buitenlandse officieren die jaren opgesloten zaten. Urk is niet langer het 'Duivelseiland' of het 'Alacatraz' van de Lage Landen, maar gewoon weer een visserseiland in de Zuiderzee.

Documentaire
Omroep Flevoland heeft een documentaire gemaakt over Urk in de Eerste Wereldoorlog en welk gevolg dit had voor de totstandkoming van Flevoland. Het verhaal is te bekijken via deze link en op YouTube.

WhatsApp ons!
Heb jij een tip of verbetering? Stuur de redactie van Omroep Flevoland een bericht op 0320 28 5050 of stuur een mail: rtv@omroepflevoland.nl!

Deel artikel