omroep flevoland

De biodiversiteit in de Oostvaardersplassen zou er enorm bij gebaat zijn als dode grote grazers blijven liggen. Dat is de conclusie van een onderzoek naar kadavers uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen.

Naast de bekende aaseters zagen onderzoekers Roel van Klink en Christian Smit dat planten na zo'n vijf maanden in de directe omgeving van de kadavers tot wel vijf keer groter werden. De distels trekken op hun beurt weer insecten aan, die weer positief bijdragen aan het bestuiven van andere planten.

Het landschap van de Oostvaardersplassen zal door de effecten van de kadavers niet heel veel veranderen verwachten de onderzoekers. "Levende dieren hebben namelijk een groter effect dan dode", zegt Roel van Klink. De sterk groeiende planten worden namelijk weer opgegeten door hongerige grazers.

Kadavers van de heckrunderen en de konikpaarden in de Oostvaardersplassen worden veelal geruimd door Staatsbosbeheer, zeker als ze in het zicht liggen. Dat vindt Van Klink eigenlijk wel jammer. "De dood hoort namelijk bij het leven." Er is volgens hem op dit moment geen contact met Staatsbosbeheer of de provincie Flevoland. "Dat zouden we eigenlijk wel moeten doen, want het laten liggen van dode dieren biedt de biodiversiteit in het gebied grote kansen."

Een woordvoerder van Staatsbosbeheer laat weten de effecten van kadavers te kennen. Veel dode dieren blijven wel degelijk liggen, maar je ziet ze doorgaans niet. Het gebied is volgens hem erg uitgestrekt. De hoeveelheid dode grote grazers is momenteel beperkt omdat een aanzienlijk aantal herten is afgeschoten. Het vlees van de herten is verkocht. Verder zijn er veel paarden gevangen die ergens anders zijn uitgezet.