omroep flevoland

Er zijn geen salafistische weekendscholen op de radar in Flevoland. Dat blijkt uit een rondvraag van Omroep Flevoland langs de zes gemeenten. Zij hebben allemaal overleg met scholen en veiligheidsinstanties, maar er zijn geen signalen dat er salafistische organisaties actief zijn.

Aanleiding van de rondvraag was een ingezonden brief van de Arnhemse burgemeester Marcouch in de Volkskrant. Volgens hem zijn er honderden salafistische weekendscholen in Nederland. In zijn brief schrijft hij dat die scholen ontmanteld moeten worden, omdat ze geweld legitimeren en kinderen verleiden tot het overgaan van actie. Marcouch benoemt de Rotterdamse onderwijzer die moest onderduiken omdat hij een jihadistische spotprent in de klas besprak. Om salafistische organisaties te kunnen verbieden, is een wetswijziging nodig. Marcouch wijst op de voorstellen die nu nog bij de Eerste Kamer liggen.

Niets bekend over radicaliserende weekendscholen
De gemeente Lelystad zegt op de hoogte te zijn van het wetsvoorstel waarmee sneller en effectiever opgetreden kan worden tegen ondemocratische organisaties die de samenleving bedreigen, of de rechtsorde omver willen werpen. Verder zegt een woordvoerder dat de gemeente geen organisaties in het vizier heeft die ondemocratisch zijn. Lelystad maakt veel werk van preventie om kwetsbare groepen weerbaar te maken tegen invloeden van radicalisering.

Ook Almere laat weten niet bekend te zijn met salafistische weekendscholen. Een woordvoerder meldt dat de gemeente gedachtengoed afwijst als dat de democratie verwerpt. Ook laat Almere weten niet te schromen bij het ondernemen van de nodige vervolgstappen als zo'n geval zich voordoet.

Een woordvoerder van Urk liet weten dat het probleem niet speelt, omdat het aantal moslims in de gemeente zeer gering is.

De burgemeesters van Dronten, Zeewolde en Noordoostpolder herkennen zich niet in het probleem dat collega-burgemeester Marcouch schetst. In deze gemeenten is er niets bekend over weekendscholen waarin jongeren worden beïnvloed met de 'gevaarlijke ideologie', zoals Marcouch die noemt. Bijvoorbeeld Dronten geeft aan dat er regelmatig overleg is tussen de gemeente, scholen, de politie en moskeeën.

Met name dat overleg met scholen vindt Marcouch belangrijk. Volgens hem zien docenten leerlingen vrijdag levendig naar huis gaan en op maandag verlamd terug komen: "alsof de vreugde van het vragen stellen in het weekend is weggehamerd met instructies over geboden en verboden."

Verbod op ondermijnende organisaties
De timing van de ingezonden brief van Marcouch is geen toeval. De Eerste Kamercommissie startte afgelopen woensdag een voorbereidend onderzoek voor Justitie en Veiligheid in verband met het wetsvoorstel 'verruiming mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen'. Dat voorstel hangt samen met een initiatiefvoorstel dat een bestuurlijk verbod op ondermijnende organisaties mogelijk moet maken.

Beide voorstellen zijn aangenomen door de Tweede Kamer, maar niet zonder slag of stoot. In het debat wezen verschillende politici op 'de democratische paradox' die de wetswijziging met zich meebrengt: er worden grondrechten en vrijheden ingeperkt omdat groeperingen juist diezelfde vrijheden gebruiken om de samenleving te saboteren.

Tijdens het Kamerdebat werden in dit perspectief de Partij voor Naastenliefde en criminele motorbendes genoemd. Marcouch wil dat de salafistische weekendscholen aan die lijst worden toegevoegd.