omroep flevoland

Waterschap Zuiderzeeland moet deels de schade aan akkers en gewassen vergoeden die een groep boeren in 2003 in de Noordoostpolder door wateroverlast heeft geleden. Dat heeft het Gerechtshof in Leeuwarden bepaald.

In totaal waren ruim twintig boeren en maatschappen naar de rechter gestapt, voor schade op bijna veertig van hun percelen in de polder. De schade ontstond toen akkers bij Ens en Kraggenburg in juni 2003 na een hevige regenbui onderliepen. Volgens de agrariërs liep het water destijds niet goed weg, omdat er schotten in een zogenoemde duiker in de Leemtocht waren geplaatst. Normaal gesproken werden die weggehaald als er slecht weer dreigde. In dit geval was dat niet gebeurd. De bewuste duiker is belangrijk voor de boeren, omdat het overtollige water van hun percelen op dat punt samenkomt.

De rechter oordeelde in 2013 dat het Waterschap aansprakelijk was voor de schade, omdat de schotten niet tijdig waren weggehaald. Maar het waterschap ging hiertegen in beroep.

Het Hof in Leeuwarden heeft vervolgens de afgelopen jaren enkele deskundigen naar de zaak laten kijken. Die hebben vastgesteld dat de schade deels had kunnen worden voorkomen als de schotten op tijd waren weggehaald. Maar voor een flink aantal kavels is bepaald dat daar ook schade was opgetreden als het waterschap de schotten wel tijdig had weggehaald. Deze schade valt het waterschap dus niet of maar deels te verwijten. Het Hof heeft zich bij zijn uitspraak gebaseerd op de mening van de deskundigen.

De totale omvang van de schade moet overigens nog nader worden becijferd. Een fruitteler uit Kraggenburg vertelde vorige maand aan Omroep Flevoland dat de schade bij hem destijds zo'n 40.000 euro bedroeg. Het komt vaker voor dat de werkelijke schade pas na afronding van een rechtszaak wordt vastgesteld. Dat gebeurt dan tijdens een zogenoemde schadestaatprocedure.

Een reportage uit 2003 over de regenval en schade: