omroep flevoland

"De meeste collega's op deze leeftijd zijn al gestopt, maar ik wil niet ophouden. Ik wil alles wat ik kan nog ten dienste stellen aan de patiënten en de maatschappij." Dat zegt de 70-jarige tandarts Willem Koelewijn, die al 46 jaar een praktijk heeft op Urk.

Van die gemeente kreeg hij onlangs de erepenning. "Ik ben best trots op mijn lintje", zegt hij in Het Gesprek dat zaterdag bij Omroep Flevoland te zien is. Daarin vertelt Koelewijn dat hij aan het einde van de middelbare school besloot om tandarts te worden. "Ik ben handig met mijn handen, hou van knutselen en ben ook niet heel dom." Zo kwam de student in dit vak terecht.

Toen hij in 1976 begon, was het onderhoud aan de Urker gebitten veelal rooien en kunstgebitten maken. "Ik trok 400 tanden of kiezen per maand. Nu lang niet meer. Tegenwoordig wordt het gebit langer bewaard."

Beugeltjes
Tijdens zijn carrière heeft Koelewijn zich ook toegelegd op de orthodontie, dus gebitten mooier maken en "beugeltjes, ook bij volwassenen". Koelewijn: "Daar knappen mensen enorm van op. Nu durven ze weer voluit te lachen, met een mooi gebit gaan ze open als een bloem!"

Koelewijn gaat met z'n tijd mee. Hij laat de computer tegenwoordig een kroon maken. Dan hoeven de patiënten niet meer te happen. De onderscheiden medicus heeft nog wel een waarschuwing voor mensen die lang de tandarts mijden: "De tandarts is net als de doodgraver, je komt een keer aan de beurt."

Koelewijn komt oorspronkelijk uit Bunschoten-Spakenburg, net als Urk een Zuiderzeegemeente. "Dus ik heb affiniteit met de Urkers. Dat zijn net als ik jagers."