omroep flevoland

Het Openbaar Ministerie heeft donderdag in hoger beroep zes jaar cel en tbs met dwangverpleging geëist tegen een 21-jarige Almeerder. Hij wordt ervan verdacht in 2018 in de Almeerse Parkwijk een 22-jarige man te hebben neergeschoten. Het slachtoffer werd in zijn been geraakt. Het incident vond plaats op klaarlichte dag in de buurt van een basisschool.

"Dit is een héél-héél heftige zaak", zei de voorzitter van het hof bij aanvang van de zitting met een doordringende blik richting de verdachte. "Zeker weten, maar ik ben onschuldig", reageerde de Almeerder, "Ik wil ook geen tbs, want ik ben niet gek." Hij beriep zich daarna op zijn zwijgrecht. Dat deed hij eerder ook bij de politie en in de rechtbank. "Dit maakt de puzzel voor ons erg lastig", zei de voorzitter.

Het Openbaar Ministerie (OM) eiste in 2020 bij de rechtbank tien jaar cel en tbs met dwang voor een poging tot moord. De rechter zag onvoldoende bewijs voor voorbedachten rade en veroordeelde de man voor een poging tot doodslag en verboden wapenbezit.

Vluchtauto op naam verdachte
Getuigen hebben gezien dat in de buurt van basisschool De Hasselbraam rond 15.00 uur drie keer werd geschoten door een man die achter het slachtoffer aanrende. Een kogel was raak. De schutter droeg een blauwe hoodie en stapte in een Peugeot met dezelfde kleur, aldus de getuigen. De auto reed met hoge snelheid weg. Het voertuig stond op naam van de verdachte. De politie vond hem dezelfde dag terug in Almere Haven.

Het slachtoffer verklaarde aanvankelijk niet te weten wie de schutter was, maar kwam daar twee jaar later op terug. Volgens het hof is er mogelijk sprake van drugshandel en was het slachtoffer bang voor represailles. Verdachte: "Zwijgrecht."

OM: slachtoffer had geluk
Voor het OM staat vast dat de Almeerder met een semiautomatisch wapen heeft geschoten. "En het slachtoffer is er nog genadig vanaf gekomen", aldus de advocaat-generaal (officier van justitie in hoger beroep). "Was hij een paar centimeter hoger geraakt, dan had zijn been geamputeerd moeten worden. Het had zelfs een dodelijke afloop kunnen hebben". Het OM baseert zich onder meer op verklaringen van het slachtoffer, twee getuigen, camerabeelden waarop de auto is te zien en de opmerking van de zus. Dat de verdachte niet de verantwoordelijkheid voor de schietpartij neemt, is volgens de aanklager onacceptabel.

Zijn advocaat wil dat hij wordt vrijgesproken. De verklaringen van het slachtoffer zouden onbetrouwbaar zijn en die van getuigen te vaag. Op de camerabeelden is het gezicht van de schutter niet te zien, aldus de raadsman.

Het hof doet 20 mei uitspraak.