De Camera van Dirk de Boer: De Friesland-Express zakt door het ijs

URK • Vr 6 mei 2022 | 10:49 • Vrijdag 6 mei 2022 | 10:49

Het is 23 december 1940. Noord-Hollander Dirk de Boer staat in Enkhuizen aan de havenkade te blauwbekken. Het is een paar graden onder nul en Koning Winter heeft Nederland alweer een tijdje in zijn greep. De Boer heeft zijn vertrouwde 8mm-filmcamera in zijn handen en hij richt de lens op de Drommedaris, het meest kenmerkende gebouw in de Noord-Hollandse havenstad. De Boer doodt de tijd totdat hij achter zich een scheepstoeter hoort. Hij draait zich om en filmt hoe de stoomboot Insula de met ijsschotsen bedekte haven van Enkhuizen binnenloopt. Zo meteen zal Dirk aan boord stappen van de boot die hem naar zijn nieuwe thuishaven gaat brengen: Urk.

De Insula is één van de schepen van de Eerste Urker Stoomboot Maatschappij (EUSM) die de verbindingen onderhoudt tussen Urk, Kampen en Enkhuizen. Vanuit Noord-Holland is het voor Dirk de Boer in het eerste jaar van de Tweede Wereldoorlog de enige mogelijkheid om op Urk te geraken. Het voormalige eiland is dan wel (net) met dijken verbonden aan Lemmer en Vollenhove, die dijken zijn vrijwel onbegaanbaar voor voertuigen. Wie naar Urk wil moet daarom met de boot.

Onder Duitse bewaking naar Urk
De Insula dus. Dirk de Boer legt vast hoe de stoomboot door het ijs de kade nadert. Een Duitse soldaat aan boord loopt wacht. Met de handen op de rug en ietwat verveeld kijkt hij langs Dirk de Boer heen. Kennelijk was het filmen van soldaten nog niet uit den boze, iets dat later in de oorlog wel anders zou worden. De Urker kapitein Jan Hakvoort stuurt de Insula naar de kade en maakt even later zelf de trossen vast. 

1: De Drommedaris in Enkhuizen. 2,3: De Insula nadert de kade. 4: Een Duitse soldaat loopt wacht. 5: De Urker kapitein Jan Hakvoort.

Dirk stapt aan boord en als de boot weer vertrekt wordt hij uitgezwaaid door een familielid of kennis. De stoomboot zwoegt opnieuw door de ijsschotsen en wendt de steven naar het oosten, naar Urk. Dirk hangt met zijn camera over de reling en hij legt vast hoe de Insula door het ijs breekt. Even later filmt hij een paar Urker bemanningsleden aan boord die lijken te denken: "Wat moet die vreemde?". Uiteindelijk komt na een moeizame overtocht de haven van Urk in zicht. De kenmerkende vuurtoren, het Kerkje aan Zee en de Bethelkerk; de skyline van Urk steekt onmiskenbaar af tegen het water van het IJsselmeer.

Gerrit Snoek hield altijd een oogje in het zeil
De Insula vaart verder, draait over bakboord de haven in. Voorbij de scheepswerf van Roos gaat het en daarnaast ligt het kantoor van de EUSM, de eindbestemming van deze reis. Drie mannen kijken vanaf de kade toe. De man in het midden is de directeur van de EUSM: de ietwat gezette, in Urker klederdracht getooide Gerrit Snoek. Hij hield altijd een oogje in het zeil bij de transporten die de EUSM organiseerde. We zullen hem later in dit verhaal nog een keer terugzien.

In de dagen die volgen maakt Dirk wandelingen door het dorp en maakt daar winterse filmopnames. We zien mensen in de sneeuw die staan te kijken hoe er in het ijs een gat gehakt wordt. Er wordt een vis gevangen en in de buitenlucht meteen schoongemaakt. Aan de achterkant van het bebouwde gedeelte van Urk zwoegen twee mannen met een teil met water over een glibberig pad. Wie goed kijkt, ziet achter in beeld de oude Amerikaanse windmotor die voorheen het lage eilandgedeelte drooghield. Ook richt De Boer zijn lens op de meest bekende straat op Urk: de Raadhuisstraat, in de volksmond ook wel Torenstraat genoemd. De gevel van de Bethelkerk zie je achteraan.

1: Een kijkje bij het ijsvissen. 2: Een glibberig paadje. 3: Een ijzige Torenstraat.

Dirk zal zich naast het filmen van Urk ook hebben gericht op zijn werkzaamheden. Hij werkte namelijk op kantoor bij de aannemer die gemaal Vissering op Urk aan het bouwen was. Ook bij de bouwput van het gemaal is het bar en boos en waait de sneeuw in grote duinen bijeen. En hoewel Dirk op 23 december 1940 nog met de Insula naar Urk kon komen, is een paar weken later al het scheepvaarverkeer van en naar Urk compleet onmogelijk geworden. Het IJsselmeer is helemaal dichtgevroren en het gevaar om met de boot vast in het ijs te komen zitten is heel groot. 

Geen verse levensmiddelen en hoe moet een zieke naar het ziekenhuis?
En dat heeft verschillende gevolgen. Zo kunnen verse levensmiddelen niet meer aangevoerd worden, maar kan ook de post niet meer verstuurd worden. Het nog altijd geïsoleerde Urk is voor contact met de buitenwereld daar nog steeds sterk afhankelijk van. Telegram- en telefoonverbindingen zijn zeker geen gemeengoed voor de gemiddelde Urker. En wat te denken van het ziekenvervoer? Een ongeluk gekregen of een acute blindedarmontsteking? Dan is de tocht naar het ziekenhuis aan de vaste wal per boot geen optie meer. 

Gelukkig is er een oplossing. Want het is niet de eerste keer dat Urk met dit bijltje moet hakken; het eiland heeft zijn portie strenge winters in het verleden al genoeg gehad. En wanneer Urk in vroeger jaren per boot onbereikbaar was dan bemanden de meest geharde Urkers de roemruchte ijsvlet. Dat was een houten boot met ijzeren glijders eronder waarmee alsnog de vaste wal bereikt kon worden.

Een kunstwerk van de ijsvlet houdt de herinnering nu nog levend op Urk

Maar vergis je niet: de reizen met de ijsvlet waren bar en boos en enorm gevaarlijk voor de Urkers die de vlet duwden, de zogenoemde ijslopers. Niet gek dus dat die geroemd en soms zelfs koninklijk beloond werden voor hun zware werk. Wat dat betreft was de komst van de auto een uitkomst, al in de strenge winter van 1929 wisten auto's Urk te bereiken over de bevroren Zuiderzee. Ook nu, het is inmiddels 1941 geworden, is het ijs er betrouwbaar genoeg voor, zeker in de luwte van de pas aangelegde dijk naar Lemmer. 

De Friesland-Express biedt uitkomst
De EUSM stelt daarom in januari de 'Friesland-Express' in, een auto-verbinding over het ijs naar Lemmer, waardoor de Urkers weer gegarandeerd zijn van verse levensmiddelen en de post. De stoombootmaatschappij is verantwoordelijk voor al het transport van en naar Urk, ook wanneer het dorp is ingevroren. De bevolking van Urk rekent ook op de EUSM en dus regelt die dat er auto's heen en weer gaan rijden. Het treft daarvoor een overeenkomst met de Friese ondernemer Slump. Slump zorgde voor de vrachtauto's en deed zelf het vervoer.

Het Nieuwsblad van Friesland maakt op 10 februari 1941 melding van de Friesland-Express.

Dorpsdichteres Mariap van Urk stond begin 1941 ook stil bij de auto-verbinding met Lemmer, zo is te lezen in het volgende toch wel jubelende gedicht:

 Want ziet U, zulke nieuw gemaakte wegen
Zijn onbegaanbaar nog en slechts ten dééle klaar;
Nu heeft Natuur in weinig dagen vriezen
Ineens den weg naar Lemmer-auto-klaar!

Des avonds schitterende koplamp-lichtjes
Aan 't West'lijk front, (dat is Urk ter Westerkant)
En even later gleed de eerste auto
Van Lemmer af-en was op Urk "geland"!

Het vriest in 't Westen-Oosten-Noorden-Zuiden
Het kráákt bij hééle-volle-halve-maan
Gedoken in een warme wollen deken
Heb ik nog even op het ijs gestaan.

Des morgens kijk je naar den barometer
En 's middags vriest en 's avonds dooit het weer;
Dan mist en rijpt het-tot de winterbloemen
Uw ruiten tooien, gelijk de eerste keer.

Wij ondervonden noemenswaard nog geen "stagnatie"
Een enk'le dag was "roggebroodloos"
Doch nu de expeditie is begonnen
Is niemand onzer troost-of hopeloos.

Wij zitten weer vol pit en vitamine:
De versche groente kwam per auto aan
Het IJsplan-West-en achter de Cantine
Zij lokken u-per gladde schaats te gaan.

Ineens gaat het mis
Dirk de Boer heeft zich op één van deze winterdagen met zijn filmcamera toegang weten te verschaffen tot één van deze konvooien. Met minimaal twee voertuigen wordt een nieuwe tocht aangevangen van Lemmer naar Urk. De Boer filmt vanuit auto twee hoe de wagens met gezwinde vaart over het ijs naar Urk scheuren, met kostbare goederen achterin de auto's. Maar vlak bij Urk gaat het mis. De voorste auto zakt met het linker achterwiel door het ijs. De chauffeur staat even later met een flink bloedende wond naast de auto, een sigaar in de mond voor de schrik.

Henk Kapitein uit Urk bekeek de beelden voor ons en hij legt uit wat er vervolgens gebeurt: "Dan zie je de mannen verwoed de post in veiligheid brengen. Alle bagage, ballast, wat aan boord is en dan proberen om die auto naar één kant toe te trekken. Op een gegeven moment zie je dan meneer Snoek, de man die verantwoordelijk is voor de transportkosten. Die zie je in klederdracht het hoofd schudden, en zich omkeren en weglopen. Met andere woorden: 'Ik weet het even niet meer, laat nu anderen het maar oplossen'."



Gerrit Snoek dus, de eerder genoemde directeur van de stoombootmaatschappij, neemt hoogstpersoonlijk een kijkje bij het ongeluk. Hij zou geweten willen hebben of er schade geleden is en of hij daarvoor verantwoordelijk zou worden gehouden. Maar het lijkt dit keer goed afgelopen te zijn. Vermoedelijk is de auto even later weer met vereende krachten uit het wak getrokken en zijn de goederen alsnog op Urk aangekomen waar ze dankbaar zijn aangepakt. Of zoals Mariap van Urk het met een kwinkslag opschreef:

Naar Lemmer gaat de auto regelmatig
Om vrachten in de luwte van den dijk...
De schooljeugd trekt 't geloste goed pretstatig
In 'kappies' boot het dorp in onder veel bekijk.

Men voert ons melk van Lemmer af in fleschen
En bussen voor den Urkschen baby klein!
Dus kunnen we onzen dorst voldoende lesschen
De suiker op? Das is goed voor onze lijn!

Schoonrijdende Urkers en toerrijders uit Friesland
Naast de last die het ijs Urk brengt is er toch ook sprake van ijspret. Op de schaats wel te verstaan. De Urkse Bettie Weerstand legt uit dat schaatsen een tweede natuur was voor de Urkers: "Iedereen kon schaatsen vroeger, dat was heel gewoon. Tegenwoordig moeten ze het nog leren. Maar die strengere winters heb je ook niet meer. En vroeger deden ze ook aan schoonrijden op Urk. Er lag natuurlijk heel lang ijs want de winters waren veel strenger." En inderdaad, op de filmbeelden zijn veel Urkers te zien die de ijzers hebben ondergebonden. Maar daarnaast duiken er ook drommen buitenstaanders op in de beelden. Henk Kapitein: "Je ziet mensen met drommen naar het eiland toekomen om hier te schaatsen. Je ziet mensen die voor het eerst schaatsen. Klauterend over de basaltblokken heen. Dan die schaatsen ombinden, het is onvoorstelbaar."



Eind januari is het namelijk nog steeds zó koud, en het ijs tussen Urk en Lemmer nog altijd zó dik, dat de burgemeester van Lemsterland een toertocht naar Urk wel ziet zitten. Een comité bereidt een prestatietocht voor, die op dinsdag 4 februari 1941 wordt gehouden. Ruim 1.200 Friese deelnemers doen mee aan de tocht van vijftig kilometer. Vijfentwintig kilometer naar Urk, en vijfentwintig terug.

"Nog nooit hebben wij zoveel eerzame burgers zien vallen als op die 15 km tot Urk."

— Toerschaatser,verslag Leeuwarder Courant

Eén van de toerrijders doet een dag later verslag van de tocht in de Leeuwarder Courant. Hij beschrijft een barre tocht. De eerste vijf kilometer gaan nog wel, aan de buitenkant van de dijk op het IJsselmeer. Maar dan moeten de deelnemers klunen over de dijk en gaat de tocht verder aan de binnenkant, over de toekomstige poldergrond. "Hier begon ook de ellende met de stuifsneeuw. Recht tegen de zon in rijdende, merkte men telkens te laat de lage sneeuwstrooken en nog nooit hebben wij zoveel eerzame burgers zien vallen als op die 15 km tot Urk."

Op Urk worden de deelnemers welkom geheten met een spandoek, en de cafés op Urk hebben zich opengesteld voor de verkleumde schaatsers. "Bij den controle-post in café Woudenberg vloeide de erwtensoep in dikke stroomen", schrijft de schaatser in het verslag in de krant. Dirk de Boer legt het allemaal vast met zijn camera. Ook hoe de Friese schaatsers voor de terugtocht nog even snuffelen bij de souvenirkraampjes. De prestatietocht tussen Urk en Lemmer zal bij iedere deelnemer nog lang in het geheugen blijven hangen. "Daar zijn we weer levend afgekomen. Een zware tocht is het geweest, ondanks den betrekkelijk korten afstand, de zwaarste toeristentocht van dit seizoen."

Dit was de tweede aflevering in de serie over het dagelijks leven op Urk zoals Dirk de Boer dat heeft vastgelegd. Op 27 mei zien we hoe Dirk de Boer de oude ambachten van het vissersdorp vastlegde. Daarna verschijnt de volledige documentaire, waarin we met twee neven van Dirk de Boer tachtig jaar na dato in zijn voetsporen het oude eiland ontdekken.

Omroep Flevoland heeft eind 2020 zes filmblikken met daarin bijna anderhalf uur aan 8mm-film in handen gekregen. Het materiaal, van de hand van Noord-Hollander Dirk de Boer, bevat bewegend beeld uit de jaren 1940 tot 1945 en biedt een unieke blik op Urk en omgeving in die periode. De filmrollen zijn begin 2021 gedigitaliseerd en deels gerestaureerd. De reportagereeks over het dagelijks leven op Urk is de derde die voortkomt uit het filmmateriaal van De Boer. Vorig jaar zonden we al de documentaires 'De Camera van Dirk de Boer - Oorlog en Vrede op Urk' en 'De Camera van Dirk de Boer - Bouw van een Gemaal' uit.

WhatsApp ons!
Heb jij een tip of verbetering? Stuur de redactie van Omroep Flevoland een bericht op 0320 28 5050 of stuur een mail: rtv@omroepflevoland.nl!

Deel artikel