NOP 80 jaar droog: De beeldbepalende boerenschuur die niet de bedoeling was

NOORDOOSTPOLDER • Do 8 september 2022 | 7:15 • Donderdag 8 september 2022 | 7:15

Met het in cultuur brengen van de Noordoostpolder ontstond tijdens de Tweede Wereldoorlog ook de eerste behoefte voor boerderijen. Hoewel het een nog aantal jaren zou duren voordat de polder volledig ingericht was voor het verbouwen van gewassen waren de eerste boerderijen al snel nodig. Maar de soort boerderij die zó kenmerkend werd voor Noordoostpolder was oorspronkelijk helemaal niet de bedoeling.

Historicus Kees Bolle legt uit waarom: "In de Wieringermeerpolder (die voor de Noordoospolder werd aangelegd, red.) was onderzoek gedaan naar welke soort boerderij er moest komen. Maar in Noordoostpolder wilde men de boeren snel aan het werk zetten en de zaak snel verpachten. Maar in de tweede helft van de oorlog en vlak daarna waren er niet genoeg materialen voorhanden." De kapitale en luxere boerderijen die oorspronkelijk voor de polder bedoeld waren, konden daarom niet worden gebouwd. In plaats daarvan kwam een ander type boerderij in beeld: de schokbetonschuur.

Boerderijen in hoog tempo uit de grond gestampt
Bijkomend voordeel: het bouwen ging ineens een stuk sneller. Kees Bolle: "Een normale schuur metselen duurde drie maanden. En een betonschuur opzetten duurde slechts drie weken. Ieder jaar moesten zo'n honderd boeren een boerderij krijgen en zodoende hebben we eigenlijk nooit meer iets anders gebouwd dan betonschuren."

Bas Visscher van Museum Schokland vertelt dat het omschakelen naar de schokbetonschuur iets zegt over het leven en de omstandigheden van die tijd: er moest zo snel mogelijk gebouwd worden. De prefab onderdelen van de firma Schokbeton rolden in sneltreinvaart uit de fabriek. Naast gebruik in de vele boerderijen in Noordoostpolder werd de bouwmethode een veelgevraagd exportproduct in de wederopbouwperiode na de oorlog.

Firma Schokbeton

Nationaal Archief
Graan, graan en nog eens graan
De nu 98-jarige Anton Veldman uit Hoogeveen was in '43 en '44 als arbeider in de Noordoostpolder aanwezig. In eerste instantie moest hij greppels graven in het nieuwe land, maar later kwam hij ook op een van die eerste boerderijen terecht. Anton Veldman: "Ik ben ook een paar keer uitgeleend, van het kamp uit. Naar een boerderij, waar we mochten werken voor die boer, want die kwam personeel te kort. Wat we daar precies gedaan hebben weet ik niet zo goed meer."

Het werk zal in die oorlogsjaren met name uit het oogsten van graan hebben bestaan. "De polder was helemaal open. Hier en daar stond een boerderij. Daar werd veel graan verbouwd. Dat was toen ook de oorzaak dat we daar mochten zijn. Omdat het graan naar Duitsland ging, dat werd door de Duitsers weggehaald", zegt Veldman.

Anton Veldman

Eén van de weinige foto's die Anton Veldman heeft van zijn tijd in Noordoostpolder laat zien hoe het graan in de eerste jaren in Noordoostpolder werd opgeslagen. Zeker toen er nog maar weinig schuren klaar waren, werd het graan langs de weg in grote schoven opgestapeld.

Graanschoven in de polder

Privéarchief Anton Veldman
Deel graan verdween in de zwarte handel
Daarna ging het op weg, naar Duitsland. Het graan werd opgeëist door de Duitse bezetter. Die had het inpolderen juist om die reden doorgang laten vinden. De Noordoostpolder zou de nieuwe graanschuur van Europa worden. Ook in propaganda-uitingen door de nazi's werd de graanoogst in de polder bejubeld.

Nazi-propaganda

Nationaal Archief
Toch kon een klein deel van het graan aan de Duitsers onttrokken worden en dat kwam in de zwarte handel terecht. Daardoor kwam dat beetje toch nog bij de Nederlandse bevolking terecht. Dat vertelde Lucas Huizinga in 2008 aan de website Flevolands Geheugen: "Ik werd opgeleid tot dorsmachinist. Ik moest dorsen aan de Uiterdijkenweg. De opzichter zei tegen me: "Het is een prachtig mooie dag. Vanavond, als je gedorst hebt, zet je er wat minder op dan je gedorst hebt." Ik wist wel wat de bedoeling was, maar waar het naar toeging, dan kon me niets schelen, het was voor het goede doel: voor de Nederlandse bevolking. En ik dorste die dag – ik weet het nog precies – twaalfhonderd mud, dat was heel veel, want het was een prachtig mooie dag. Ik dacht: "Ik zet er wel honderd minder op, ik zet er wel elfhonderd op."

Rogge-oogst

Nationaal Archief
Een gedeelte van deze oogst kwam daardoor in het westen van het land terecht. En ook in Noordoostpolder werd een deel van het graan onderling verhandeld.

Droge Noordoostpolder leek soms net een woestijn
Werken in de onbeschutte polder was overigens geen pretje. Als het even droog was en de wind opstak, leek de Noordoostpolder dankzij de stof- en zandstormen wel een woestijn. Arbeiders moesten daarom creatieve oplossingen bedenken om hun luchtwegen tegen het zand en de stof te beschermen. Met theedoeken, zonnebrillen, sjaals en hoeden ging men de zandstormen te lijf. Anton Veldman legde het tafereel in een kiekje vast.

Zandstorm in de polder

Privéarchief Anton Veldman
Met oostelijke wind kwam het stof en het zand ook op Urk terecht, waar het als één van de Bijbelse plagen werd gezien. De komst van nieuwe buur Noordoostpolder werd op Urk dan ook niet prettig ontvangen.

Korte romance met boerendochter
Hij is nu 98 jaar oud, en zijn herinneringen aan de polder zijn soms wat schimmig, maar Anton Veldman kan zich één detail nog goed voor de geest halen. Toen hij negentien was en in de polder werkte aan het in cultuur brengen van de grond, liet hij zijn oog vallen op een van de eerste boerendochters die in de polder woonde. Nu tachtig jaar later gaan zijn ogen nog twinkelen als de herinnering bij hem boven komt drijven.

"Er was een kantine in het kamp en daar kon je bijvoorbeeld kaartspelen. Er was een kantinemeisje die achter de tap stond. Die mocht ik een paar keer naar huis brengen en dat was heel leuk. Dat was de dochter van een boer die een boerderij had in de polder." Veldman vertelt het verhaal voor het eerst: "Ik mocht ook bij de boer naar binnen en werd een klein poosje opgenomen in hun gezin. Dit is een verhaal dat ik nog nooit aan mijn kinderen heb verteld", besluit Veldman. Toch verwaterde deze korte romance weer en ontmoette Veldman terug in Drenthe uiteindelijk zijn toekomstige vrouw.

'Behoud de schokbetonschuur'
We komen nog even terug op de kenmerkende schokbetonschuur, waarvan er in en na de oorlog honderden verrezen in Noordoostpolder. Tegenwoordig verdwijnen veel oude schokbetonschuren weer uit het aanzicht van de polder. Moderne varianten komen er voor in de plaats, of de schuren maken plaats voor woonboerderijen. Toch zouden ze niet helemaal mogen verdwijnen, vindt Bas Visscher van Museum Schokland: Die schokbetonschuren zijn wat mij betreft van grote cultuurhistorische waarde. Het geeft een tijdsbeeld. Ze zijn gemaakt net na de oorlog, het zou mooi zijn als in ieder geval een paar van zulke boerderijen geconserveerd en bewaard kunnen blijven."

Morgen kijken we in de laatste aflevering in deze serie naar de eerste gewone bewoners van Noordoospolder. De eerste woonhuizen werden tijdens de oorlog opgeleverd in Emmeloord.

Op 9 september is het precies tachtig jaar geleden dat de Noordoostpolder officieel droogviel. Op 9 september 1942, na ruim anderhalf jaar malen, was het waterpeil gezakt tot 4,5 meter onder N.A.P. en was 48.000 hectare 'droog'. Maar toen begon pas het harde werk om van de voormalige zeebodem vruchtbare landbouwgrond te maken. Omroep Flevoland besteedt deze hele week aandacht aan het moment dat de polder klaar was, maar het harde werk in die polder nog moest beginnen. En dat tijdens de bezettingsjaren.

WhatsApp ons!
Heb jij een tip of verbetering? Stuur de redactie van Omroep Flevoland een bericht op 0320 28 5050 of stuur een mail: rtv@omroepflevoland.nl!

Deel artikel