omroep flevoland

Het renoveren en vernieuwen van oude scholen in Almere loopt achter op schema. De komende jaren moeten in fases 23 scholen worden aangepakt, maar er wordt nog nergens daadwerkelijk gebouwd.

Het was volgens wethouder Roelie Bosch de bedoeling dat er nu twee nieuwe scholen in Stedenwijk zouden staan. Maar daar is nog geen schop de grond in. Het gaat nog wel drie tot vier jaar duren voordat die er zijn.

Meerdere oorzaken vertraging
De vertraging heeft volgens de wethouder een aantal oorzaken. Omdat het gaat om vernieuwing van al bestaande scholen is er samenwerking en overleg nodig. Dit kost tot nu toe veel meer tijd dan gedacht, zegt Bosch. Ook heeft de coronapandemie veel aandacht gevraagd van schoolbesturen, waardoor de nieuwbouwplannen 'on hold' zijn gezet. Daarnaast is gebleken dat er niet genoeg ambtenaren zijn om al het werk snel genoeg te kunnen doen. De wethouder geeft aan dat er in nieuwe wijken ook scholen gebouwd moesten worden. Daar is veel capaciteit in gaan zitten. "Het is ook gewoon hoeveel mensen heb je ervoor om dat allemaal te begeleiden," aldus de wethouder.

Vertraging kost geld
Schoolbestuurder Nico de Haas van Stichting Prisma maakt zich grote zorgen over de ontstane achterstand. Volgens De Haas kost de vertraging de scholen uiteindelijk geld. Omdat de oude scholen meer en langer onderhoud nodig hebben.

Als voorbeeld noemt hij basisschool De Ark. "Hier hebben we airco's moeten installeren om het binnenklimaat op orde te brengen. Dat kost geld en de energierekening gaat erdoor omhoog. Daarnaast hebben we ook problemen met het riool en moesten we extra geld uitgeven aan het dak om lekkage tegen te gaan." Dit geld had niet uitgegeven hoeven te worden als er een nieuw gebouw zou hebben gestaan. Het gaat nu ten koste van onderwijs, want je kunt het geld maar een keer uitgeven.

Wethouder Bosch begrijpt de zorgen, maar kan die niet wegnemen. Ze geeft aan dat versnellen wel mogelijk is, maar dan moet er meer capaciteit komen en dat kost uiteindelijk geld. Of dat geld er komt weet de wethouder niet. Daarover moet ze met de gemeenteraad in gesprek.