omroep flevoland

Het is in Nederland nog nooit voorgekomen dat een gemeente die te weinig statushouders huisvest voor de financiële consequenties moet opdraaien. Dat zegt het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dat reageert op de vraag of de gemeente Lelystad daar rekening mee moet houden nu statushouders geen voorrang meer krijgen bij het toewijzen van een sociale huurwoning. Daarvoor waarschuwde verantwoordelijk wethouder Janneke Sparreboom onlangs nadrukkelijk.

Een boete zou onwenselijk zijn voor een gemeente die fors moet bezuinigen. Eind vorig jaar nam de raad een motie aan waarin het statushouderschap niet meer meetelt voor een plek op de urgentielijst voor woningzoekenden. Dit omdat deze voorkeursbehandeling ten koste zou gaan van andere woningzoekenden in Lelystad. Wethouder Sparreboom liet weten dat de motie in 2019 niet uitvoerbaar was en wilde de 54 statushouders weer voorrang geven, maar zij werd teruggefloten.

Controle achteraf
De provincie Flevoland controleert of gemeenten de jaarlijkse taakstelling voor het huisvesten van statushouders die zij krijgen vanuit het Rijk nakomen. Gedeputeerde Jan de Reus laat via een woordvoerder weten dat aan het einde van het jaar wordt gecontroleerd of de doelstelling is gehaald. Is dat niet het geval dan wordt een gemeente 'op de vingers getikt', maar gaat de 'waakhond' niet meteen drastische maatregelen nemen. Na de zomer wil de provincie van de gemeente wel weten hoe men denkt de statushouders te huisvesten.

Lapmiddelen
Wethouder Sparreboom kondigde in de raad aan dat in 2020 met meerdere partijen allerlei initiatieven ontwikkeld zullen worden, waardoor het tijdelijk huisvesten van statushouders geen probleem zal zijn. GroenLinks fractievoorzitter Sjaak Kruis heeft er een hard hoofd in. "Ik geloof niet in al die tijdelijke maatregelen. Veel beter bouwen we in Lelystad meer sociale huurwoningen. Omdat een meerderheid van de raad dat al jaren blokkeert, kiest de wethouder nu voor lapmiddelen die niet bepaald duurzaam zijn.''