Eis: 4 jaar cel voor Bert van H. in zaak vuurwerkbom

URK • Vr 25 september 2020 | 10:11 • Vrijdag 25 september 2020 | 10:11

Het Openbaar Ministerie eist vier jaar cel, waarvan 1,5 jaar voorwaardelijk tegen één van de verdachten, Bert van H., van de aanslag met een vuurwerkbom op Urk. Dat werd duidelijk tijdens een emotionele rechtszaak vrijdag in Lelystad. De zaak tegen een tweede verdachte werd verplaatst naar december.

Bert van H. gaf meerdere malen aan spijt te hebben van zijn daad. Ook barstte hij meerdere malen in tranen uit. Naar eigen zeggen is hij onder druk gezet door medeverdachte Harm-Hendrik S. "Ik heb veel gezeik met hem gehad in het verleden. Ik ben daarom de confrontatie niet aangegaan en heb geen vragen gesteld." Wel gaf Van H. toe dat hij degene is geweest die het pakketje met daarin een halve kilo flitspoeder naar binnen heeft gegooid. "Ik ben zo dom geweest."

Ook gaf hij opnieuw toe dat ze zich vergist hadden in het adres. Zij wilden wraak nemen op een ander echtpaar. Die mensen hadden een dag eerder aan de politie doorgegeven dat er mogelijk illegaal vuurwerk in dozen in een auto zat.

Geluk dat gezin slaapkamerdeuren dicht hadden
De zaak gaat over een explosief dat vorig jaar in november naar binnen werd gegooid in een huis aan de Golfoploop op Urk. Door de explosie die volgde raakte niemand gewond, maar er ontstond wel erg veel schade. Volgens een expert van de politie was het een geluk dat vader, moeder en de twee kinderen van op dat moment 9 en 7 jaar de slaapkamerdeuren dicht hadden, anders waren er mogelijk doden gevallen.

De vader van het gezin maakte in de rechtszaal gebruik van zijn spreekrecht. Hij gaf aan hoe groot de impact van de aanslag is op het gezin. "Ik heb nog steeds last om mij te concentreren op het werk. Ook mijn vrouw heeft veel stress en lichamelijke klachten. Ze heeft psychische hulp gezocht. De impact op ons leven is enorm. Mijn zoon heeft ADHD en de explosie heeft veel invloed op zijn schoolprestaties en gedrag. Mijn dochter is nog steeds erg bang bij onweer en heeft PTSS. Mijn hart als vader huilt als ik haar angst zie."

Onderaan het artikel vind je de opmerkingen van onze verslaggever vanuit de rechtszaal.

De ravage in het huis, de tekst gaat verder onder de foto.

De advocaat van de slachtoffers eiste een schadevergoeding van in totaal 20.000 euro. Op de vraag van de officier van Justitie of Bert van H. dat wil betalen knikte de verdachte. Ook ABN AMRO wil een vergoeding van ruim 185.000 euro voor de schade die is aangericht aan het huis.

Vlak na het begin werd duidelijk dat de zaak tegen de andere verdachte, Harm-Hendrik S., niet behandeld zou worden. Hij is onlangs van advocaat gewisseld en de nieuwe raadsman zegt meer tijd nodig te hebben om zich voor te bereiden. De zaak tegen hem wordt nu pas op 23 december behandeld. S. beloofde de rechter overigens wel dan ook een verklaring af te leggen. Dat terwijl deze verdachte zich tot dusverre beriep op zijn zwijgrecht.

Hieronder de opmerkingen van onze verslaggever:

16.20: Uitspraak 9 oktober om 13.00 uur.

16.15: Verdachte nu aan het woord. Weer heel emotioneel. Wat begon als kwajongensstreek is volledig uit de hand gelopen. Het heeft ook mijn leven op de kop gezet. Ik zal er alles aan doen om de familie te steunen. Ik heb spijt als haren op mijn hoofd. Dit is niet wie ik ben en wat ik worden zal.

15.55: Advocaat verdachte in pleidooi: het was geen poging tot moord of doodslag en de aanslag was ook niet met voorbedachte rade. Verdachte werd plots geconfronteerd door intimiderende medeverdachte. Daarom wil de advocaat vrijspraak.

15.05: Strafeis: 4 jaar, waarvan 18 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Voorwaarde is dat hij zich laat behandelen.

14.25: ABN AMRO bank vordert in totaal 180.615 euro aan schadevergoeding.
De verdachte wilde niet meewerken aan psychologisch onderzoek. Hij had daar geen behoefte aan omdat mede- gevangenen aangaven dat je daar niets mee opschiet.

13.56: Het slachtoffer: "Mijn dochter is nog steeds erg bang bij onweer en heeft PTSS. Mijn hart als vader huilt als ik haar angst zie." Vader wordt emotioneel: "Wij hebben nu een voordeur zonder brievenbus. Wij zullen dit nooit vergeten. Ik heb respect voor de verdachte die zijn aandeel toegeeft."
De verdachte antwoord: "Het spijt mij verschrikkelijk...."
Advocaat dient een schadevergoeding van 5.000 euro per persoon aan immateriële schade in namens slachtoffers. Dat is dus 20 duizend euro. Verdachte is bereid dit bedrag te vergoeden. "Ik zal alles doen om deze mensen te helpen."

13.51: Het slachtoffer begint zijn verklaring: "Ik dacht aan blikseminslag. Ik ging meteen naar de kinderen. De deuren van de slaapkamers waren eruit geblazen. De kinderen waren zeer emotioneel. Hoe haal je het in je hoofd om midden in de nacht een bom naar binnen te gooien? Mijn hele huis is verwoest. Wonder boven wonder zijn er geen slachtoffers gevallen. Ik heb nog steeds last om mij te concentreren op het werk. Ook mijn vrouw heeft veel stress en lichamelijke klachten. Ze heeft psychische hulp gezocht. De impact op ons leven is enorm. Mijn zoon heeft ADHD en de explosie heeft veel invloed op zijn schoolprestaties en gedrag."

11.42 Na de explosie is verdachte in de Audi A8 gestapt met S. achter het stuur. "We zijn vol gas weggereden. Ik was geschrokken van de harde klap. We hebben daarna de handschoenen en mutsen verbrand." Daarna is de verdachte ondergedoken.
Een getuige zegt door allebei de verdachten te zijn bedreigd om zijn mond te houden. Verdachte ontkent dit.

11.13: Rechter leest voor wat de verwoestingen zijn in het huis en de impact die dat op de familie heeft gehad. De rechter wil daar beelden van laten tonen. De advocaat van de verdachte maakt daartegen bezwaar. De beelden zouden misleidend kunnen zijn. Hij vindt dat het rapport van het NFI leidend moet zijn. De rechter is het oneens en laat de beelden zien.

10.55: Verdachte begint weer te huilen. We zijn onderweg gestopt om de kentekens af te plakken. Ik zei, we gaan toch niemand vermoorden? Ik vond dat vreemd. We reden de straat in en toen gaf hij mij dat pakketje. Ik moest dat van S. aansteken en door de brievenbus gooien. Dat heb ik vervolgens gedaan. Ik heb er niet bij nagedacht of er mensen thuis waren.

10.42: Verdachte voelde zich geïntimideerd door medeverdachte S. Ik heb veel gezeik met hem gehad in het verleden. Ik ben daarom de confrontatie niet aangegaan en heb geen vragen gesteld. "Ik wist wel dat er vuurwerk in het pakketje zat."

10.27: "We hebben vervolgens een pakketje gemaakt met lont en tape. Ik heb niet gevraagd wat erin zat." Daarna begint de verdachte weer te huilen: "Ik ben dom geweest." De verdachte legt zijn hoofd in zijn handen en zwijgt.

10.24: De verdachte: "Het was naar aanleiding van een Facebookbericht. Iemand had daar namelijk de naam van medeverdachte S. genoemd. Daarom wilde hij de mensen laten schrikken. Hij belde mij rond 10 of 11 uur in de avond. Ik heb hem toen opgehaald bij de Sluis. Vervolgens zijn we naar een drinkplek gereden: The Mancave. Daarna ben ik weggegaan. Later op de avond, rond 2 of 3 uur 's nachts, werd ik gebeld om zwarte kleding, mutsen en tape mee te nemen. Toen zijn we naar de Golfoploop gereden."

10.06: Officier: "Poging tot moord en doodslag." De verdachte begint te huilen en geeft aan dat dit nooit de bedoeling is geweest: "Ik heb dit nooit gewild. We wilden alleen de mensen laten schrikken."

WhatsApp ons!
Heb jij een tip of verbetering? Stuur de redactie van Omroep Flevoland een bericht op 0320 28 5050 of stuur een mail: rtv@omroepflevoland.nl!

Deel artikel