omroep flevoland

De vermeende opdrachtgever van twee brandstichtingen bij een woning aan de Deltastraat in Emmeloord in december vorig jaar blijft nog in elk geval tot november in voorlopige hechtenis. Dat heeft de rechtbank in Utrecht donderdagochtend bepaald in een pro-forma zaak.

De 52-jarige man zit sinds februari vast. De rechtbank ziet te veel ernstige bezwaren om de man vrij te laten, waar zijn advocaat om had gevraagd. Wel moet de reclassering bij de volgende zitting in november aangeven of de man met beperkende maatregelen zoals een enkelband toch voorlopig op vrije voeten kan komen.

Volgens de officier van justitie zijn er 'bakken bewijs' dat de man opdracht heeft gegeven om brand te stichten bij de woning van een echtpaar aan de Deltastraat op 11 en 20 december 2019, en op 9 en 13 december bij het huis van de dochter van het echtpaar in Zeist. Hoewel de schade meestal beperkt bleef, had de poging in Zeist op 13 december volgens de officier bijna tot een grote brand geleid waarbij het gezin had kunnen omkomen.

Geld te goed
Als motief voor de opdracht noemt het Openbaar Ministerie dat de verdachte 700.000 euro te goed zou hebben van de Emmeloorder. Hij zou de man meermaals per brief en app-berichten hebben bedreigd en de branden hebben aangekondigd. Ook zou hij hebben gedreigd om zijn dochter en gezinsleden te ontvoeren om het geld los te krijgen.

Voor de daadwerkelijke brandstichtingen zitten twee mannen uit Tiel en Waardenburg in voorlopige hechtenis. Zij hebben op 10 juni in een pro-forma zitting verklaard er niets mee te maken te hebben. Hun zaak wordt op 27 augustus voortgezet.
Advocaat Arthur van der Biezen, die de 52-jarige verdachte bijstaat, benadrukt dat de twee mannen zijn cliënt niet als hun opdrachtgever hebben genoemd. Volgens de advocaat zitten anderen achter de brandstichtingen, omdat ook zij forse geldbedragen van de Emmeloorder te goed zouden hebben. Die 'anderen' zouden de naam van zijn cliënt voor hun eigen zaak hebben misbruikt en achter de bedreigingen zitten.

Miljoenenlening voor autohandel
Volgens de officier heeft de verdachte de zeven ton zelf steeds genoemd in de bedreigingen aan het adres van de Emmeloorder, maar de advocaat stelt dat het om een veel lager bedrag van circa 150.000 gaat.
Het conflict zou zijn ontstaan toen de verdachte in 2012 bij de Emmeloorder aanklopte, omdat die hem aan een miljoenenlening voor zijn autohandel zou kunnen helpen. Die verkeerde in geldnood.
Volgens de advocaat heeft zijn cliënt het geld nooit gezien, maar moest hij wel eerst 150.000 euro aan 'onkosten' voldoen. Hij zegt te hebben geprobeerd om het geld via incassobureaus op de Emmeloorder te verhalen maar steeds zonder resultaat.

De verdachte ontkent dat de geappte dreigberichten aan de Emmeloorder en diens dochter van zijn telefoon afkomstig zijn. Het nummer waarmee ze zijn verstuurd is niet van hem, riep hij donderdag stellig.
De rechter wil dat het Openbaar Ministerie hierover in november duidelijkheid geeft. Ook mogen er aanvullend getuigen worden gehoord, onder wie het echtpaar uit de Deltastraat.

Het verhoor van andere getuigen is overigens vertraagd. Dat was ook een reden voor de advocaat om voor tijdelijke vrijlating van de verdachte te pleiten, want hij vreest dat zijn cliënt straks ruim een jaar in voorlopige hechtenis zal zitten voordat de rechtszaak inhoudelijk wordt behandeld.
De volgende pro-forma is op 2 november.