omroep flevoland

Voor een dodelijke schietpartij in een woning op het Stadhuisplein in Almere in december 2019 is tegen twee verdachten veertien jaar cel geëist. Dat gebeurde woensdag bij de rechtbank in Lelystad. Eén van de verdachten is voortvluchtig.

Bij de schietpartij kwam een 35-jarige man uit Utrecht om het leven. Hij had met vier andere mannen een afspraak in de woning aan het Stadhuisplein om drugs te verkopen. Vrijwel direct na binnenkomst in de woning kwam het volgens de verklaringen van twee betrokkenen tot een gevecht en de schietpartij, waarbij het slachtoffer dodelijk werd geraakt. Ook op zijn halfbroer werd geschoten, maar hij werd niet geraakt omdat het vuurwapen mogelijk weigerde. De verdachten gingen er met een rugtas vandoor, met daarin een onbekende hoeveelheid cocaïne. In de rechtszaak werd de zaak versimpeld als een conflict tussen Surinamers en Marokkanen.

Doodslag
Op basis van de verklaringen van de twee betrokkenen, onder wie de halfbroer van het slachtoffer, vindt de Officier van Justitie bewezen dat beide verdachten schuldig zijn aan doodslag en poging tot doodslag. Volgens de officier wijst alles er op dat de 21-jarige Younes el M. het vuurwapen als eerste in handen had, maar dat de 26-jarige Youseff Ben Hamou het overnam en de 35-jarige Ray heeft doodgeschoten.
Het gevecht zou nog geen halve minuut hebben geduurd, want uit camerabeelden blijkt dat de verdachten maar 2,5 minuut in de woning zijn geweest. Dat duidt volgens de officier op een zorgvuldig voorbereide actie door beide verdachten. Vanwege hun strafblad zijn ze niet als 'broekies' te beschouwen.

Opsporingsbevel
El M. was woensdag bij de zitting aanwezig, maar wilde slechts kwijt dat hij niet heeft geschoten. Verder beriep hij zich op zijn zwijgrecht. Volgens zijn advocaat Bénédicte Ficq is op basis van het dossier niet vast te stellen dat haar cliënt de schutter is: "De vraag is aan de rechtbank om vast te stellen wie dan wel." Ook is medeplichtigheid volgens haar niet bewezen en staat niet vast dat er sprake was van een zogenoemde ripdeal, waarin de verdachten vooraf hebben afgesproken om de anderen te beroven.

De verklaring van de halfbroer over wie zou hebben geschoten is volgens Ficq niet compleet. Hij was door de vechtpartij zelf buiten kennis toen zijn halfbroer werd neergeschoten en kan volgens de advocaat dus niet hebben gezien wie de schutter is geweest. El M. lijkt vooral te hebben gedreigd en het vuurwapen op de grond te hebben gericht, maar niet te hebben geschoten.
Ficq vroeg de rechtbank om El M. vrij te spreken of anders in elk geval te veroordelen als adolescent, want "mijn cliënt is een groot kind." Ze erkent dat dit voor de nabestaanden heel moeilijk te verteren is, "want zij hebben levenslang omdat ze hun dierbare voor altijd moeten missen."

Medeverdachte nog steeds spoorloos
Van medeverdachte Youseff Ben Hamou ontbreekt sinds de schietpartij in Almere elk spoor. Tegen hem loopt een opsporingsbevel, waaraan het Openbaar Ministerie een beloning van 10.000 euro heeft gekoppeld. Zijn vader heeft de dagvaarding om te verschijnen in ontvangst genomen, maar zijn zoon is verdwenen.

De echtgenote, dochter en zus van Ray en vooral zijn moeder hielden een emotioneel betoog. De moeder zei dat haar leven kapot is gemaakt en riep tot drie keer vertwijfeld: "Waarom, waarom, waarom?" De rechter maande haar te kalmeren. Zijn zus vroeg aan verdachte El M.: "Is dit de moeite waard, voor een straatwaarde drugs waarvoor je niet eens een huis kunt kopen?"
Het bijna-slachtoffer van de schietpartij, die net als de eigenaar van de woning inmiddels zelf is veroordeeld voor respectievelijk drugshandel en wapenbezit, gaf aan sinds het incident geen leven meer te hebben en te lijden aan ernstige posttraumatische stress.

De rechtbank doet op 3 februari uitspraak. Verdachte Younes El M. heeft aangegeven hierbij aanwezig te willen zijn.