omroep flevoland

Een Almeerder zou twee jaar geleden zijn toenmalige werkgever, diens vriendin en dochtertje korte tijd hebben gegijzeld in een woning in Almere Poort. Het kindje heeft traumatherapie gevolgd om alles te verwerken. Het Openbaar Ministerie heeft nu 180 dagen celstraf geëist, waarvan 138 dagen voorwaardelijk. Daarnaast wil het OM dat de man een werkstraf doet van 120 uur.

De verdachte verhuurde een woning aan de John Rossweg in Poort aan de vriendin van zijn baas. Begin 2022 kwam hij in financiële problemen omdat zijn huurder hem nog 7.000 euro schuldig was. Bovendien kreeg hij naar eigen zeggen nog salaris van een maand. Hij besloot op 14 januari met drie vrienden naar het huis te gaan.

Gedreigd met afknippen vingers
Ze lieten zichzelf met een sleutel binnen. Volgens de voormalige werkgever en diens vriendin werden ze twee uur in de woning vastgehouden. Daarbij werd de man naar zijn zeggen in de woonkamer meerdere keren in zijn gezicht geslagen.

Daarnaast werd gedreigd met het afknippen van de vingers. Zijn vriendin en kind moesten ondertussen in een slaapkamer blijven. Middenin de nacht deden de slachtoffers overstuur aangifte.

"Ik had het heel anders moeten doen, maar op dat moment zat het me heel hoog."

'Een domme inschatting'
De verdachte erkent in de rechtszaal dat zijn gedrag intimiderend over kon komen, maar ontkent het gebruik van geweld. Ook ontkent hij bedreigingen te hebben gebruikt of de slachtoffers te hebben gegijzeld.

Hij noemt het 'een domme inschatting' hoe hij het heeft aangepakt. De Almeerder stelt dat hij rustig met zijn baas probeerde te praten, maar dat bleek volgens hem onmogelijk omdat vriendin van de man bleef schreeuwen.

"Ik wilde gewoon weten of en wanneer hij ging betalen", stelt hij. "Ik had het heel anders moeten doen, maar op dat moment zat het me heel hoog."

Traumatherapie
Vooral de impact op het dochtertje gaat hem in de rechtszaal hoorbaar aan het hart. Het meisje heeft traumatherapie gevolgd om alles te verwerken. "Ik zou het liefst sorry willen zeggen tegen die kleine", benadrukte de verdachte. Moeder en dochter wonen inmiddels in het buitenland.

De officier van justitie vindt de vrijheidsberoving bewezen op grond van de aangiftes, maar de advocaat van de verdachte vraagt wegens gebrek aan overtuigend bewijs om vrijspraak.

Over twee weken doet de rechter uitspraak in de strafzaak. Omdat de Almeerder het onvoorwaardelijke deel van de geëiste celstraf al in voorarrest heeft uitgezeten, betekent dat dat hij niet meer terug hoeft in de cel, als de rechter de strafeis van het OM volgt.